De werken. Deel 23. Brieven aan Cd. Busken Huet 1870-1874
(1902)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend
[pagina 121]
| |
XXXIV
| |
[pagina 122]
| |
Hoe gelukkig ben ik - voor het eerste niet geïnviteerd - voor het tweede ons kaartje cadeau gedaan - voor het derde te laat gekomen. Ben ik het in deze muzikale eeuw niet in meer opzigten? Deel mij eens mede hoe Gij het ten Uwent hebt met nieuwe uitgaven, vlugschriften enz. in Fransche, Engelsche en Duitsche Litteratuur. Als ze U geregeld direct geworden, il y aurait double emploi en daarvoor gebieden alle bankiers zoo uitdrukkelijk zich te wachten, dat de waarschuwing wel niet alleen voor crediet-brieven gelden zal. Maar onze arme inheemsche letterkunde levert zoo weinig op, dat ik geen kans zie, U, nu wij gelegenheid hebben wekelijks te schrijven, telkens iets belangwekkends te sturen. En toch, zoo goed als voor de voortbrengselen onzer pers, wenschte ik U voor Uw publiek altijd de eerste te zien. Ik beweer nu, à qui veut l'entendre, en ook tegen hen die boos worden als ik het zeg, dat onze kritiek uit de Oost komt. Blijven Uwe opinies nog altijd even ongunstig ten opzigte van Mevrouw Douwes Dekker? Je ne la crois ni immaculée ni infaillible, integendeel, zij heeft zelfs mij maanden lang zonder berigt gelaten, als ‘Mijnheer het beval,’ maar femme en puissance de mari is niet vrij, niet eens in het aannemen van diensten, zonder eenig bijoogmerk. Thans echter schrijft zij nog altijd te Padua weder behoefte aan geld te hebben, het dochtertje is bij haar, de zoon te Milaan. Multatuli schijnt nog altijd te Wiesbaden te zijn - zijn uitgever te Delft blijft zijn boeken drukken. Wel neemt het getal der koopers af, maar de commissie, die in der tijd geld voor hem heeft verzameld, vult het honorarium en de drukkosten aan. De eenige die zich in de Oost Mevrouw Douwes Dekker herinnert, is een heer J. te Samarang, die alle jaar f 25 zendt. Gaat het ten Uwent aan van vertrouwde vrienden iets te krijgen, dan zal het mij om den wille der kinderen | |
[pagina 123]
| |
lief zijn. Openbare pogingen echter om Gods wil niet, ik zou Dekker aan den hals krijgen en daartoe heb ik mijn rust te lief. Inclosed eene curiositeit: niet het onaardigste wat over Hilda geschreven is.Ga naar voetnoot1 Laat spoedig eens iets van U hooren, niet enkel in druk en geloof mij met alles goeds aan Mevrouw en Gideon ook van Sophie, de Uwe. |