op dezelfde plaats gekomen schudde de leeuw zijn manen. Wij zijn geen Molière's, Amice! en de Dames vallen niet bij de bekende dienstmaagd te vergelijken en toch
Gij hebt U gered zooals slechts een redacteur der Haarlemsche Courant in staat is dit te doen, vlug en bijna volkomen. De proef is mij van avond laat beloofd, men zou die dan morgen vroegtijdig halen. Loman zelf zou er, geloof ik, geen bezwaar in zien dat Nederland een dag te laat verscheen - maar Westrheene schijnt op orde gesteld. Aan dezen, die met volle regt eischt, dat er geen blad worde afgedrukt zonder zijn imprimatur - die, hier wordt de held kleiner, op dit regt dubbel prijs stelt, bij een stukje waarover hij met den Heer Huet reeds gecorrespondeerd heeft, waarover hij dit verder hoopt te doen - wat dunkt U van dien courantenstijl, amice! zooals ieder redacteur schrijft! - aan Westrheene is hedenochtend eene kopy Uwer wijziging toegezonden.
De vergelijking met de Camera blijve behouden; dat wij er later eens zamen over praten en ik van U verneme wat ‘opheffen’ in dezen zin eigenlijk zeggen wil. De menigte zal er niet tegen opkomen, de Engelsche critici who did wonder why we made such a fuss van die schetsen, zullen Nederland niet lezen. En het zal dus bij hen den Max Havelaar geen kwaad doen.
Ik heb hartelijk gelagchen over den Spectator, dáár waart Ge mij duidelijk genoeg geweest. Maar: wie zijn menschen wil treffen, moet zijn menschen kennen.
Dekkers brief - Hoe die man, als hij niet Multatuli was, te tuchtigen zou zijn met zijn eigen woorden: ‘Ze slikken alles, en digereeren niets, die kasuarissen!’
Als het zondag mooi weêr is, komen wij een uurtje praten.
Mijn compliment aan Mevrouw in dubbelen zin, waarbij