De werken. Deel 21. Brieven aan Cd. Busken Huet 1861-1868
(1901)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendLXXXIX
| |
[pagina 154]
| |
boeken en schrijvers: To see the author himself is generally still worse. It brings the reality so much nearer and is to often the lifting up of Mokannah'sGa naar voetnoot1 veil. Maar ik zou mij in Sophie's plaats kwijten van de taak, Mr. Le Grand's tolk te zijn. Alsof de beide kannen en kommen, in dit snoeperig mandje gepakt, niet voldingend spraken. Alsof de zeepbakjes niet getuigden dat die in ‘echt porselein’ ontbreken. Gideon, ge zult het met nagemaakt moeten doen. Er is echter een boodschap bij: Zoo kommen en kannen niet moeten dienen in een overdekte waschtafel, dan heeft men tegenwoordig veel eleganter fatsoenen. ‘Daarom zijn er maar twee - de overige zijn ieder dag te krijgen.’ Quack was gister hier en wij wandelden zaam een grachtje om. Kopij, hij bekende het, was er niet over, in Amsterdam keurde men alles goed, - altijd het vullingssysteem; te Leyden en 's Hage keurde men af, maar moest daarentegen dan ook werken. Als hij nog illusie heeft aan het doorluchtig driemanschap Buijs, Vissering en Fruin, behield hij die wel mijns ondanks. Hij hoopte dat Buijs nu een flink politiek opstel zou leveren. ‘Om Groen plezier te doen,’ meende ik. Hebt Gij het derde deel van Klaasje Zevenster gelezen? Mij is het nog niet ter hand gekomen, maar het schandaal schijnt grooter te zijn. Men wordt ingewijd in de geheimen der woning van Mevrouw Mont Athos!!! Zonderling verschijnsel, de auteur, die in zijne jonge jaren een van die Grieksche Zeuntjes was, van welke Hooft niet veel loffelijks aan het licht brengt, die auteur hield toen de dingen voor zich. En nu? Zou hij, toen hij dat boek schreef, in de dagen der crise hebben verkeerd? | |
[pagina 155]
| |
Wat kiest Ge - uit Sainte Beuves laatste boekske, het slot over Molière of het slot over Don Carlos et Philippe II? Hierbij het lucifersdoosje dat de ‘kleine barbaar’ Mama belet heeft te gaan kiezen. Maar een volgend jaar zal hij het beter maken, - he Gideon? ‘Och, hij wil ook alles weten.’ Gelijk heeft de jongen - en het baat den vrager zoo weinig. Alles goeds, vele groeten.
Van harte de Uwe.
Van Duijl klaagt steen en been over zijn personeel. Het valt het Handelsblad aan te zien. |
|