De werken. Deel 21. Brieven aan Cd. Busken Huet 1861-1868
(1901)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendLXXIV
| |
[pagina 130]
| |
vooruit gegaan, de Westminster genieten zou van wege de diepte harer beschouwing en de opregtheid, waarmede zij voor haar gevoelen uitkomt. ‘He would find that the North British was nearly as brilliant as his own review in its lusty youth, and that the Edinburgh Review was utterly unreadable. If the current number of the later quarterly were taken up by him, he would speedely lay it down, exclaiming as he did at the beginning of his famous article on Wordsworth's Excursion “It will never do.”’ Wat dunkt U van het ‘Herlevend Heidendom’ van den Bisschop van Aquila? Ik heb Alberdingk tot correctief Ludwig Pfau's Freie Studien aangeraden, maar hij had aan de Joden van het Congres genoeg. A propos, Douwes Dekker's ‘tables tournantes’ zijn in de Annales niet opgenomen. DésormaisGa naar voetnoot1 sera une vérité. Vele groeten van Sophie. Van harte de Uwe. |
|