belangrijke dat beneden geschiedt, vult de schrijfster aan, ten gevolge van zijn klimmen.
De fraaie trek dat Wouter en Frauk niet mee mogen opklauteren, wensch ik bewaard te zien.
Hoe dit te vereenigen?
Rosse Jan moet ons voorsnuffelen, wijzelven met hem Gerard de Preys vinden, maar het moet voor ons een geheim blijven, dat die monnik Gerard is tot dat Frank hem in de kapel ziet.
Dit wordt niet louter om den wille der verrassing vereischt, maar ook dewijl anders de houding van Luitenant Paets tegenover Gerard al te onwaarschijnlijk dreigt te zijn.
Vooral dien Paets en dien Gerard wensch ik uit hun vroegere lotgevallen verklaard te zien; zóó hebben zij iets van poppen.
Ik beken gaarne dat desondanks dit brok Verrassing tot een der beste drukke tooneelen behoort, ooit door de schrijfster gedicht. Nog eens, zij is een waar talent.
Die aardige Alberdingk! Heeft hij op het spoor van den Avond aan het Hof het niet gewaagd den ouden eerzamen Gerth van Wijk op te voeren, die nog leeft! Gelukkig heeft een schoolmeester niet zooveel vrienden als eene koningin, anders gare aan onze morelletjes. Geestig blijft het intusschen hen nu een dergelijk vergrijp te doen plegen, het binnenhuis was niet veilig volgens S., een vertrouwelijk gesprek op reis evenmin meer.
Waar moet het heen?
‘Wenn Ihre Königin Tact hätte,’ zeide de heer E. Mohr mij dezer dagen, ‘so hätte sie Huet eine Brillant-Nadel geschickt.’
‘Aber, lieber Herr Mohr, wir leben ja nicht in Weimar.’
Rotterdamsche Courant, die hierbij terug gaat:
Guarda e passa.