De werken. Deel 21. Brieven aan Cd. Busken Huet 1861-1868
(1901)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendXXIX
| |
[pagina 56]
| |
rust gelaten in voce Fruin versus Groen, en nu is voor de Geologie eerst in het September nummer plaats. Pamela heeft mij van Vlotens Deel II ter leen gevraagd, om U het verlangde over het eindeloos heir der Van der Grijpen te kunnen zenden. Ik zag daaruit dat Gij over Sampjen en HelvetiusGa naar voetnoot1 denkt. - Den eersten geef ik prijs, voor den tweeden heb ik een oud zwak. L.l. zondag acht dagen wandelden Sophie en nog iemand van Voorschoten naar den Haag, - wat is dat Duinenwoud een heerlijk buiten - en bezochten wij later in de Lange Pooten onzen blinden vriend. Hij was de oude geestige man! Sedert is onze briefwissel weder begonnen, - na negen jaren stilstand. Et l'on revient toujours.... Maar als Ge plan hebt hem voor het volgend nummer te behandelen, zal ik in de oude portefeuilles zijne brieven eens opzoeken, en U die zenden. Het zal U een blik geven op den man en den tijd waarin hij bloeide. Liberale (Catholiek?) is hij nu vol van de historie Zaalberg en laat zich al de pamfletten van dezen voorlezen. Men heet niet voor niemendal Helvetius. Vakantie en thuisblijven en lezen, en in het bosch wandelen - ik geloof dat gij de wijsste partij koost. Vele groeten van Sophie aan U beide, van ons zoentjes aan Gideon. Van harte de Uwe. |