gekheid in hen voorbij gezien. Werk dus gerust voort, het zal U inderdaad goed doen.
Heden was onze vriend Buijs bij ons. Ge hadt zijn klagten moeten hooren over de begrippen van Nieuwere letterkunde bij de examina van mannen, die in andere vakken 2de en 1ste rang hadden. Deze kende Dickens uit een vertaling, gene had nooit den naam van Macaulay gehoord. En dat zijn de blinde leidslieden, die toekomstige blinden zouden vormen, als hun niet gezegd werd, dat onze heel en halve en kwart goden maar menschen zijn, zeer alledaagsche menschen zelfs!
‘Alsof het mij gelukken zou, die zeurders op het sleeptouw te nemen!’
Ik heb straks gezegd dat ik oud worde, dat Ge het mij ten minste merken doet, maar op het punt van geloof aan de kritiek, j'ai toujours vinqt ans, je crois à l'ami inconnu.
En daarom - geloof niet dat mijn gelukkige wending voorbedacht was - en daarom gaan hiernevens boeken in menigte, boeken door Alb. Thijm volgeschreven, ook in den geloove.
Gij gevoelt zelf, dat Gij U zoo spoedig mogelijk door den berg heen moet werken. Is dit geschied, dan zal er gelegenheid zijn ademhalend hier een liefelijk plekje en daar een stoute partij gade te slaan. Of ik mij niet begrijpen kan dat Ge daarnaar verlangt? Volkomen, maar ik vraag U op mijn beurt, of Ge er niet bij wint aan veelzijdigheid, dus wroetende en werkende, of Ge niet later en met meer regt en met meer gemak van dat weinige spreken zult, waarin Gij U op den duur verlustigt? Non seulement on n'en meurt pas, mais:
Qui leur apprit avant sa mort
Que le travail est un trésor.
Zimmerman en Schimmel moesten deze maand in 't gareel - er was gelukkig geen kopij, die er door kon. Van Winkler zijn eenige bladzijden gekomen, maar populariseeren der