De werken. Deel 18. Studiën en schetsen. Deel 3
(1898)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendE.J. Potgieter, De werken. Deel 18. Studiën en schetsen. Deel 3 (ed. Johan Carl Zimmerman). H.D. Tjeenk Willink, Haarlem 1898 (3de druk)
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de derde druk van Studiën en schetsen. Deel 3 van E.J. Potgieter, in een editie van Johan Carl Zimmerman uit 1898. Het betreft deel 18 in de serie De werken van E.J. Potgieter. De complete serie bestaat uit 23 delen. De eerste druk van deze uitgave verscheen in 1886. Verspreide en nagelaten werken. Studiën en schetsen. Deel 3 verscheen voor het eerst in 1879.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VI en VIII) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
POTGIETER'S WERKEN
[pagina ongenummerd (p. III)]
DE WERKEN
VAN
E.J. POTGIETER
PROZA, POËZY, KRITIEK
verzameld onder toezicht van Joh. C. ZIMMERMAN
Deel XVIII
HAARLEM
H.D. TJEENK WILLINK
[pagina ongenummerd (p. V)]
E.J. POTGIETER
STUDIËN EN SCHETSEN
Derde Druk
DERDE DEEL
HAARLEM
H.D. TJEENK WILLINK
1898
[pagina ongenummerd (p. VII)]
INHOUD.
George Crabbe. (Vervolg) | Blz. 1 | ||
Esaias Tegnèr, Frithiof's Saga | Blz. 142 | ||
A. de Lamartine, Jocelyn | Blz. 374 | ||
Schoonste Liederen van Robert Burns | Blz. 387 | ||
Causeries Parisiennes | Blz. 404 | ||
I. | Prevost-Paradol, De la Tristesse. - Jules Janin, Une 1re représentation à l'Odéon. - Édouard Pailleron. Au Hasard. | ||
II. | J. Félix, Conférences de Notre-Dame. Première conférence: La critique nouvelle devant la science et le christianisme. | ||
III. | De Sacy, Soixante ans de poésie. - Charles Clément, Hyppolite Flandrin. | ||
Noorweegsche letterkunde: Björnsterne Björnson | Blz. 425 |