Attila voor de poorten van Rome.
Naar Silvio Pellico, Poësie Inedile, le Processioni.
‘Toen Attila verklaarde, dat hij besloten had met zijne zegevierende wapenen tot voor de poorten van Rome te zullen trekken, werd hij, zoowel door zijne vrienden als door zijne vijanden, gewaarschuwd, dat Alarie de overwinning der Eeuwige Stad niet lang had overleefd; zijn geest, boven wezenlijk gevaar verheven, werd door denkbeeldige verschrikkingen aangegrepen, en hij wist zich niet vrij te waren van den invloed des bijgeloofs, dat zoo dikwijls tot het gelukken zijner ontwerpen had bijgedragen. De dringende welsprekendheid van Leo, zijn majestueus voorkomen en hoogepriesterlijk gewaad, boezemden Attila eerbied in voor den geestelijken vader der Christenen. De verschijning van de beide Apostelen, de H. Petrus en de H. Panlus, die den barbaar dreigden, dat hij oogenblikkelijk den dood sterven zoude, indien hij der bede van hunnen opvolger geen gehoor gaf, is eene der verhevenste legenden der kerkelijke overlevering. De redding van Rome was de tusschenkomst van hemelsche wezens waardig, en men mag eener fabel niet hard vallen, die aanschouwelijk is gemaakt door het penseel van Raphael en den beitel van Algardi.’
Gibbon, De ondergang en de val van het Romeinsche Rijk.
II Dl. XXXV Boek.