De werken. Deel 9. Poëzy 1832-1868(1890)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] ‘Een wonder is de nieuwe beurs.’ ‘Een wonder is de Nieuwe Beurs!’ Geloof het maar, Jan Salie! Ei, waartoe zulk een zuilenlast, Wanneer er niets moest opgetast Dan 't geveltje, dat hoogst gepast Met gulden cijfers ons verrast? 't Is maar een vraag, Jan Salie! ‘Een wonder is de Nieuwe Beurs!’ Geloof het maar, Jan Salie! Zeg, zoudt ge er een vergrijp in zien, Wanneer zij der verstramde kniên Van d'ouden dag, of kreuplen liên Één' glooijende' opgang aan mogt biên? Het waar' niet heusch, Jan Salie! [pagina 69] [p. 69] ‘Een wonder is de Nieuwe Beurs!’ Geloof het maar, Jan Salie! Toch schuilt er ergens in 't bestek Dier binnenplaats een klein gebrek, - Ik weet, gij wilt geen overdek! - Maar dan een klok, die de aandacht trekk' Dat 't uur verloopt, Jan Salie? ‘Een wonder is de Nieuwe Beurs!’ Geloof het maar, Jan Salie! Voor 't keurig beeldje, - dat mij deert, Uit kunstzin, die cellini eert, [De vluggert is al half verweerd] - Had ik een' weêrhaan hier begeerd, Maar niet van 't hof, Jan Salie! ‘Een wonder is de Nieuwe Beurs!’ Geloof het maar, Jan Salie! Maar geeft die lakensche gordijn Den voorhof niet te zeer den schijn Of we in het land van 't flerecijn En ver van 't zonnig Zuiden zijn, Dat togt waardeert, Jan Salie? ‘Een wonder is de Nieuwe Beurs!’ Geloof het maar, Jan Salie! Doch wacht u voor die duisternis: Men loopt er zijn' kassier soms mis, En spreekt een aêr aan op den gis, Juist nu de Bank zoo moeilijk is, En 't geld zoo schaarsch, Jan Salie! [pagina 70] [p. 70] ‘Een wonder is de Nieuwe Beurs!’ Al zevenmaal, Jan Salie! Joost vondel zong het koopgeluk Van 't achtste wereld wonderstuk; Kees loots vertroostte 't in zijn druk: - Een lof, die als hun lof verrukk', Faalt de uwe nog, Jan Salie! 1845. Vorige Volgende