Het dagboek of De kroniek
(1982)–J. Chr. van Postel– Auteursrechtelijk beschermdMei.Den 3. werd omgetrommeld niemand mocht rekeningen uitgeven dan op getimberd (gezegeld) papier, anderszins moesten zij niet voldaan worden. Denzelfden dag vertrok heel het garnizoen, uitgenomen eenigen, ieder poort had een schildwacht; zij trokken allen naar den Rijn. 6. zijnde Zondag, is eene hoogmis geweest met muziek; 's avonds was er geen Rozenkrans, daar kwamen maar 5 of 6 menschen meer. 8. heeft een dominee den eed gedaan, om op den 9. voorbereiding te houden en den 10. nachtmaal; daarna is hij vertrokken. 9. was het decadi, men werkte overal, maar omtrent 8 uur gingen drie gendarmes door alle straten om het werken te verbieden. De straten waren vol volk, men vreesde voor oploop; dan kwam de agent-municipaal Keuller zeggen, men kon wel werken, maar het mocht geen marktdag zijn. Op dezen dag is geen dienst laat in de kerk geweest. | |
[pagina 173]
| |
12. werd omgetrommeld dat de marktdagen veranderd waren; op geenen decadi mocht er vischmarkt zijn, noch vleeschhal, maar wel op de gestelde marktdagen, deze waren op primidi, tridi, quintidi, septidi en nonidi (1., 3., 5., 7. en 9. dag van een decade of der 10 dagen) volgens den Franschen kalender. Na die publicatie is er alle dagen marktdag geweest. 14. werd aan alle provisoren der armenhuizen aangezegd, zij moesten rekening doen van hunne respectieve huizen. De reden was, omdat die huizen te zamen 600 gulden achter gebleven waren voor de grondcontributie van het V. jaar, bij gebrek aan geld. Terstond werden bij provisie 5 administrateurs door de Municipaliteit benoemd, voor de regeering van die armenhuizen, te weten: Bours de boterpruik, Joês H. Timmermans zilversmid, advocaat Richardt en Theod. Dungelhoeff brouwer, alle vier uit den cirkel of club; de vijfde was Turlings, peperkoekbakker, boer van Breyell, die voordezen, door den Magistraat armenmeester gekozen was, die zich om zijne onbekwaamheid heeft moeten bedanken en die tot ontslag een malder koren beloofd heeft voor den Arme; deze is goed Fransch zijnde tot alles bekwaam. 18. Vrijdag was het vleeschhal, maar de vleeschboeren zijn op 't stadhuis geweest en hebben de onmogelijkheid van aldus vleesch te brengen voorgesteld, waarop gedebilereerd zijnde, is goed gevonden maar Zaterdags, te komen, alhoewel het op decadi valt. 19. was het decadi, ieder werkte, maar er was geen markt; men zag ook geen gendarmes. 25. zijn de 5 nieuwe provisoren voor de armenhuizen, die den 14. dezer gekozen waren, in bediening aangesteld. De club bij Frans Liebergen vergaderende, hebben in April een request opgesteld en naar Parijs gezonden, om den Rijn te openen van Venlo tot Rheinberg (de Fossa Eugenia). - Hierop is den 16. Mei van Parijs antwoord gekomen, men moest deskundige mannen hiertoe gebruiken, als goede ingenieurs, en dan het resultaat naar Parijs overzenden. Denzelfden dag vergaderde de club bij Bernière om een project te maken. | |
[pagina 174]
| |
Den 7. floreal VI, zijnde 26 April, is te Parijs een arrêté (van het Comité de la sureté publique, K.) gegeven, waardoor Henri Tonnai en Jacob van Lackervelt, beiden Recollecten, en de heeren Frans Behet en Mathias Graven, ex-vicarissen, allen te Venlo, gedeporteerd moesten worden overzee. Den 13. floreal, d.i. 2 Mei, was deze arrêté bekend te Venlo. Op den eersten Pinksterdag, 27 Mei, kwamen 7 gendarmes uit Roermond te Venlo. Om 12 uur hebben twee hunner den heer Mathias Graven, zittende aan tafel in zijn vadershuis weggehaald, en hebben hem geleid naar St. Nicolaas (heden Zustersschool) op de Lomstraat, alwaar de gendarmes logeerden. Dan zijn zij gekomen bij vrouw Wamick om pater Jacob Lackervelt te vinden, maar was buiten de stad. Van daar gingen vier gendarmes naar de Minderbroeders, alwaar de heer Behet dichtbij een huis had, om hem op te lichten, maar hij was al lang buiten de stad geweest. Zij kwamen dan in het patershuis op de Moesmarkt, om aldaar pater Tonnai te vinden, maar hij was juist op een ander blijven eten, tot zijn geluk, en was spoedig de stad uit, want hij werd gewaarschuwd. Om half 2 trokken twee gendarmes te paard de Maas over, achter de schans (het fort) om, niemand wist waarheen. Denzelfden namiddag is de heer Graven in een sjees naar Roermond getransporteerd, 2 officiers voorop en 3 gendarmes achter de sjees. Te Roermond is hij gezet in eene plaats in het Munster en is den 28. 's morgens om half 3 daaruit geraakt, op wat manier weet ik niet, en is ontkomen. Men heeft den cipier in zijn plaats gezetGa naar voetnoot1. | |
[pagina 175]
| |
29. zijn Soeten en Van Beers op vacantie gegaan; den 30. is Warrimont gaan wandelen.
Mun Den 3. Mei verklaarden de agenten der Municipaliteit van het kanton, dat er geen émigrés waren. 4 is Ph. Jac. Frederix, griffier bij het kantongerecht, tot notaris benoemd. 7. werd verboden turf te steken in de Vaalvennen (Zwart water). |
|