om den Rijn bevaarbaar te maken van Rheinberg tot Venlo. Men begon dit werk, aan hetwelk zich eenige burgers bij inteekening a 30 stuivers associeerden. De Maas en de begonnen Rijn aan Poell's molen (hoogmolen) werden bezichtigd. Postea latius (later meer).
11. 's nachts tusschen den 10. en 11. omtrent half 12 ontstond een schromelijke brand op de Lomstraat in het huis van de weduwe Langensteyn, tusschen den kuiper Rysack en Sint Nicolaas (thans Zusterschool). Dit huis lag in tijd van twee uren geheel in asch, zonder iets er uit te kunnen krijgen. De kuiper heeft veel geleden, maar de brand was haast gebluscht, schoon dat de vuurvonken door eenen noordoosten wind gedreven zijn tot op de Hoogstraat, waar een man, zoo men zegt, een pijp aan 't gevallen vuur aangestoken heeft.
(Het was een oud huis, binnen alles van hout, de zolders vol turf en takkenbossen, welke daar verkocht werden, het was stil van wind, de vlam steeg ter hoogte van den toren. Toen de zadelmaker Brosky, die op de derde verdieping woonde, wakker werd, was de trap reeds verbrand, wierp zijn bed uit het raam, sprong dit na en kwam zonder letsel op den grond, K.)
Denzelfden dag hebben de heeren der Municipaliteit, geassisteerd door vier burgers, van ieder poort een, een collecte gedaan voor den afgebrande, die opgebracht heeft 350 gulden Kleefsch.
13. 's morgens vroeg zijn de twee heeren Soeten en Van Beers binnen gekomen, houdende het grootste inco gn ito; en... huisarrest.
15. werd omgetrommeld alle paarden van heeren en boeren moeten den 17. dezer na middag om 2 uur op de Markt komen. - Dit gebeurde op den 17., men gaf als reden op dat vele paarden het snot hadden, en dat die besmet waren in aparte stallen moesten staan om de gezonden niet aan te steken.
23. werd omgetrommeld, dat alle burgers, die geen huizen of land hadden, bij de grondvergadering in 't toekomende zouden ingelaten worden - want vele die niets bezaten werden weggejaagd - mits conditie, dat zij drie dagloonen, ieder volgens zijn ambacht, zouden vooruit betalen.