Het dagboek of De kroniek

April.

Den 1. heb ik van Roermond permissie gekregen om eenen biddag te houden voor den vrede. Deze had ik

[p. 144]

aangevraagd op verzoek mij gedaan door den president Heldebeutel.

3. was biddag afgeroepen, te beginnen om half 10. De nieuwe municipalen waren alle tegenwoordig, omhangen met hunne driekleurige banieren, er was extra muziek en groote toeloop van volk.

8. werd 's morgens omgeklopt dat de altaren, predikstoelen, orgelkasten, enz. in de gesupprimeerde kloosters 's namiddags zouden. verkocht worden. Bij de Kruisheeren zijn de altaren enz. verkocht en verbleven aan den heer procurator Hermans voor 112 gulden Kleefsch. Bij de Annunciaten is alles verbleven aan Peter Bernière en dokter Van Grieken voor 113 gulden Kleefsch. In H. Geest is alles ingekocht door Ign. Graven, die het klooster bewaarde, voor 13 gulden Kleefsch. Voor de Minderbroeders was een arrêté gekomen van niets te verkoopen tot nader order.

11. was zwaar donderweder, met weinig bliksem, maar aangenamen regen.

21. is de heer Syben, kruisheer, te Bruggen over den berg, zijne geboorteplaats, subiet overleden. Men heeft na zijnen dood een akt gevonden, door hem nog levend geteekend, waarbij hij aan den heer Prior (Janssen, K.) de heeren Hermans en Geusen, de kerk en klooster, welke hij voor zijnen bon gekocht had, achterliet.

22. kwam de overste van H. Geest mij zeggen, dat de ontvanger Poell voor haren bon, de kerk, het klooster en 2 huizen gekocht had. Ik antwoordde ‘proficiat mater, ik bemoei mij met geen bons en geen bonnisten’.

28. werd weer hooi in de Paterskerk gebracht, en in de H. Geestkerk haver.

Mun. Den 1. April begon de regeering der nieuwe Municipaliteit.

4. is gepubliceerd over hazardspelen.