Het dagboek of De kroniek
(1982)–J. Chr. van Postel– Auteursrechtelijk beschermdMaart.Den 1. kwam 's morgens order aan het Pruisisch regiment Künitzky, dat een bataljon naar Tegelen moest. - Op middag contraorder. - Na middag arriveerden 4 compagnieën Pruisische artilleristen en 2 compagnieën van 't regiment Kalckstein. Om 5 uur arriveerde van Kempen de Pruisische generaal Knobbelsdorff, alwaar groote krijgsraad gehouden was. (De Geallieerden zouden offensief beginnen.) 2. Om 3 uur na middag vertrok het heel regiment van Künitzky (de helft der Pruisische bezettelingen, onder geleide van luitenant-kolonel Van Nieuwenhuysen, Keuller 173) naar Swalmen, langs de Laarpoort; denzelfden dag vertrok alle bagage weer naar Gelder. (Dien dag gingen ook uit Venlo een detachement Hollandsche artilleristen en fuseliers met 4 kanonnen en 1 houwitser, onder aanvoering van luitenant Pyll, en onder dekking van een aantal Pruisische kurassiers, naar Arcen. Deze hebben den volgenden dag eenige schoten op de te Lottum en Broekhuysen zijnde Franschen gelost, die toen hun daar opgeworpen batterijen | |
[pagina 77]
| |
verlieten, Keuller 173 uit de Algem. staatk. nieuwsberichten 1793 no 19.) (3. vertrok Knobbelsdorff 's morgens om 3 uur naar Swalmen om de troepen van zijn kameraad Künitzky bij te staan, K.) Zondag den 3. 's morgens om 6 ¼ uur begonnen de Pruisen uit de stad (van de oude Roermondsche poort en den Lichtenberg, K.) met groot geweld het fort te beschieten; terstond was er brand, en de Franschen begonnen ook de stad te bombardeeren, waardoor veel schade veroorzaakt is aan verscheidene huizen. Het klooster H. Geest heeft het meest geleden, ook iets het convent der paters Minderbroeders, maar God lof! geen Roomsche kerk, dan de kapel van Portiuncula bij de paters, daar is een bom ingevallen; maar de Gereformeerde Kerk heeft veel geleden. Zes burgers zijn dood gebleven en twee soldaten (o.a. messire J.B. Choart, président de la cour des aides, van Parijs, en een emigrant, K.) Het bleef van 12 tot half 2 stil, maar dan is het vuur uit 't fort Ginkel en de stad zeer hevig geweest tot omtrent half 4, daarna hoorde men van wederzijds niet meer schieten. Men rekent dat omtrent 500 bommen enz. in de stad geworpen zijn. - Zondags na den noen vluchtten met honderden burgers uit de stad naar 't Ven en elders; de brug wilde men gereed maken (het Schippersgilde was door den Commandant hiertoe gelast, K.) maar werd van 't fort in den grond geschoten (Keuller 175 v.v. meldt nog, dat omtrent 300 huizen in de stad beschadigd waren, dat het verscheidene malen gebrand had, het fort St. Michael was een puinhoop, de gierbrug aan het hoofd van het schiereiland ‘de Wier’ en 7 of 8 schepen waren in den grond geboord. De schade werd op 900,000 Kleefsche gulden geschat.) 4. was alles heel stil; daar liep een gerucht om 10 uur zouden de Franschen wederom beginnen te schieten op de stad, met gloeiende ballen, waarop alle zusters van H. Geest met 3 pensionnairen op de pastorie kwamen vluchten. Na middag arriveerden 17 karren met gekwetste Pruisen van Swalmen, alwaar een hevig gevecht geweest | |
[pagina 78]
| |
was tusschen de Franschen en Pruisen. De eerste hebben verloren. Dan hebben zich de Oostenrijkers en Pruisen bijeen gevoegd en hebben Roermond ingenomen. Tegen avond kwam het heel (?) regiment van Knobbelsdorff van Roermond in Venlo terug en werd in de Groote Kerk voor dien nacht ingekwartierd, omdat de burgerhuizen zoozeer beschadigd waren. (K. en Keuller blz. 173 stellen dit op den 3. in volgender voege: Van Nieuwenhuysen viel te Swalmen de republikeinsche troepen van generaal La Marlière aan, en nam na een bloedig gevecht, bezit van de door dezen aan de zuidzijde van het riviertje de Swalm aangelegde batterij met 2 stukken gemonteerd. De Pruisen hadden schrikkelijk geleden. Onder de menigte dooden behoorde de aanvoerder Van Nieuwenhuysen, onder de 40 à 50 gewonden was kapitein Taubenheim en luitenant Van NassauGa naar voetnoot1. Te Venlo passeerden op dezen dag 17 karren met gewonden uit Swalmen, waaronder een Franschman. die naar Wesel getransporteerd werden.) (De Franschen waren den 1. te Aldenhoven verslagen, waarna de republikeinen in België gingen retireeren; ook die te Roermond en Swalmen waren naar Weert afgemarcheerd. De Pruisen en Oostenrijkers trokken Roermond in, en Knobbelsdorff keerde 's avonds te Venlo terug, K.) 6. 's morgens 6 uur riep de molenaar van Blerick, (met den hoed zwaaiende, K.) dat de Franschen de schans verlaten hadden; men haalde hem en eenen vleeschslachter over de Maas; het rapport werd gedaan en terstond ging een commando Hollanders over naar de schans (fort St. Michael), en namen de schans wederom in bezit. Gaudium maximum! (Wat een vreugde!) (Men vond er slechts 3 begraven lijken en eenige stukken muren, de Franschen waren in den nacht naar Weert vertrokken en al het geschut meegenomen,K.) 7. was alles stil. 8. was ex mandata Illustrisimi (op bevel van Zijne | |
[pagina 79]
| |
Doorluchtigheid, d.i. den Bisschop) een mis van dankzegging voor de verlossing, met een ‘Te-Deum’; Raad, Magistraat en een menigte volk was daarbij tegenwoordig. 9. vertrok het Pruisisch regiment van Künitzky naar Kevelaer, van daar naar Nijmegen. Denzelfden dag begon men de schans te demolieeren (sloopen); den 10. niets. |
|