Het dagboek of De kroniek
(1982)–J. Chr. van Postel– Auteursrechtelijk beschermdFebruari 1793.(Den 1. had de Nationale Conventie aan den Koning van Engeland en aan den Stadhouder der Vereenigde Nederlanden den oorlog verklaard.) 11. 's morgens stonden omtrent 5000 Pruisen (de regimenten künitzky en knobbelsdorff onder bevel van generaal Pirch, K.) voor de Geldersche poort, trokken om half 8 de stad in, en werden bij de burgers ingekwartierd, op de pastorie 8 tot 16 gemeenen. (De voorposten der Franschen waren reeds te Blerick. De Pruisen hadden den commandant pluimgraafGa naar voetnoot1 Segers, om doortocht gevraagd ter verkorting van hun weg, | |
[pagina 75]
| |
hetwelk werd toegestaan, maar eens binnen zijnde, was er geen spraak meer van doortocht, K.) (Korten tijd voor de komst der Pruisen, waren de Franschen door het Gulikerland getrokken over Crefeld tot in de nabijheid van Wesel; er lagen in de omliggende dorpen Kaldenkirchen, Lobberich, Hinsbeck, vele Fransche infanterie en cavalerie, en zoolang Holland nog neutraal was, zag men dagelijks vele Franschen in de stad komen. In het begin werden zij door eenen schildwacht of ordonnans gevolgd, maar later gingen zij in en uit de stad naar welgevallen. Daarna hadden de Franschen zich tot achter de Zwalm teruggetrokken, zoodat de Pruisen die den 11. kwamen, geen Franschen ontmoet hadden, K.) 12. 's morgens om half acht begonnen de Pruisen het fort St. Michael te beschieten, want de Franschen waren bezig met een batterij op de stad te maken. 13. waren de Franschen op het fort nog bezig met werken. Door dat schieten op het fort zijn verscheidene Franschen gebleven. Alle posten op den wal hadden 2 man. (Dien dag kwamen de bagagewagens van de Pruisen, men telde 160 paarden, K.) 17. na middag is Guichenon de Chastillon, de procureur, in 't caféhuis door eenen Pruisischen officier in arrest genomen en naar de hoofdwacht geleid en verhoord, daarna is hij in civiel arrest gesteld in zijn huis en werd bewaakt door 2 Pruisische sergeanten. (18. trokken de Franschen onder generaal La Marlière in Gelder; denzelfden dag namen zij bezit van Gennep en Meurs, K.) 20. arriveerden op karren 11 stuks kanonnen uit Grave met 2 artilleristen (K. zegt: vergezeld van 42 Hollandsche artilleristen). Terstond werden de vuurmonden op de batterijen aan den Lichtenberg en de Oude Roermondsche poort geplaatst. 23. 's avonds hadden de Franschen 5 schepen met waren geladen, welke zij in arrest genomen hadden, wat hooger naar boven getrokken. Het garnizoen werd dit gewaar, 500 man met 4 kanonnen trokken uit en tusschen de stad en de ‘Drie Kronen’, onder Tegelen, hebben de Pruisen de 5 schepen met Hollandsche | |
[pagina 76]
| |
waren in den grond geschoten; 's nachts om 12 uur kwamen de 500 man in de stad weerom. 25. namiddag arriveerde prins Frederik van Oranje (broeder van den lateren koning Willem I en te Padua overleden 1799) stapte af bij Ariëns in de ‘Prinses van Oranje’ en ging te voet naar den Pruisischen generaal Pirch, in den ‘Gouden Leeuw’ gelogeerd. Na een klein gesprek is hij te paard met 12 dragonders vertrokken naar Kempen bij den Hertog van Brunswijk; prins Frederik meende 's avonds te Venlo terug te zijn, maar is 's nachts van Kempen naar Nijmegen vèrtrokken. De Staten hadden eenen biddag uitgegeven om dien in alle kerken te houden, zoodat den 26. ook orders kwamen van den Bisschop om in alle kerken biddag te houden, te beginnen in de Hooge Kerk den 27., bij de Kruisheeren 28., bij de paters (Minderbroeders) 1. Maart; op de Weide den 2., bij de Annunciaten den 3., en op H. Geest den 4.; den 5. wederom in de Groote Kerk, en zoo alle 14 dagen te continueeren tot verder order. |
|