Het dagboek of De kroniek
(1982)–J. Chr. van Postel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |
Maart.Den 1. 's morgens om half 9 kwam de bode Franssen bij den heer Pastoor audiëntie vragen, voor burgemeester Mooren om 9 uur. Geaccordeerd. - Weinig na 9 uur kwam die heer, die gelast was van den Magistraat, om den Pastoor zijn sentiment te hooren wegens het schilderen. De Pastoor wilde daar niet veel tegen zeggen, als wel, dat na eenige jaren dat zoude afvallen en leelijker worden. ‘Als de heer Pastoor daar niets anders tegen had, dan zou dat wel gaan’. Maar nog wat, rakende den 8. Maart: de heer Pastoor zou op dien dag het ‘Te Deum’ zingen in zijn kerk, het geschiedt in de kerk der Gereformeerden ook, zei hij. De Pastoor zeide: men zal verder zien. - Kort na tafel kwam dominee Assing een visite brengen, vertellende hoe vóor den middag een deputatie bij hem geweest was van den kant van 't garnizoen, hem voorstellende om op 8 Maart kerk te houden: waarop de Dominee antwoordde, dat hij op den dag (te weten 19 Maart) die van den Souverein gesteld was, zijnen dienst zoude doen. Men insisteerde en vroeg of hij dan weigerde? ‘Doet gij geen ander rapport, zei hij, als dat ik dien dag van den Souverein gesteld, mijnen dienst zal doen’. Dit kwam hij ons pro governo waarschuwen. Men had aan den Dominee gezegd, dat de Roomschen ook dienst deden. Na middag werd omgeroepen, dat alle poorten na de poorteklok tot 9 uur op grendel zouden blijven. 3. na middag bracht de stadsbode de complimenten van de heeren van 't stadhuis, zij hadden goedgevonden dat de heer Pastoor den 8. Maart om 11 uur het ‘Te Deum’ zou zingen. De Pastoor antwoordde, dat hij naar den Bisschop had geschreven en antwoord wacht. 4. kort na middag werd omgetrommeld, dat op den 8. Maart ieder zijn huis tot in de tweede statie moest illumineeren, maar geen fusées werpen, noch geweren afschieten, dat ieder zich kon wachten van eenige insolentiën (stoutheid) te doen op poene van 3 goudguldens, en dat het ‘Te-Deum’ in de Hooge Kerk zou gezongen worden, waaronder al de klokken der stad | |
[pagina 50]
| |
moeten luiden; dit was een order van den Magistraat en den Commandant. 5. ontving de Pastoor op zijnen brief antwoord van den Bisschop, tenoris huius (inhoudende): | |
(lat.) Zeer eerwaarde heer Pastoor,Gaarne stemmen wij het voorstel in uw laatsten brief vervat, in deze tijdsomstandigheden toe, het past immers dat allen samenwerken tot dit betoog van algemeene vreugde. Daarom zal er voor gezorgd worden, dat op aanstaanden Zondag en ook op den 19. dezer maand eene plechtige mis met diaken en subdiaken gelezen wordt. Intusschen blijvend uw zeer toegenegen 8. zijnde de geboortedag van Willem V, Prins van Oranje, hoorde men 's morgens om 8 uur volgens gewoonte het kanon ronken; om 10 uur begon de solemneele hoogmis, welke door den heer Tim. van den Broeck, pastoor der stad Venlo, gezongen werd, in 't bijwezen der heeren van den Clergé, van 't Hof en den Magistraat in corpore. Na de hoogmis werd een weinig gewacht, totdat de Magistraat den Commandant met heel den Etat-major der militie van het stadhuis afgehaald had. Op hun komst in de kerk hoorde men het schetteren der trompetten, en als de heeren geplaatst waren, werd het ‘Te-Deum’ geïntoneerd door denzelfden heer celebrant (waaronder alle klokken der stad luidden) en werd gevolgd door een uitnemende muziek, met eenen toeloop van ontelbaar volk van alle gezindheden; de kerkdeur was bezet met schildwachten, 's Avonds om 6 uur begon ieder zijn huis te illumineeren, men zag verscheidene sierlijke triumfbogen. Onder alle had die van den kapitein-ingenieur De Veye de kroon, waaraan men 235 lampions van allerlei kleuren telde; het Statenhuis was luisterrijk gesierd met lampions; bij den President (Van Balveren, in de Vleeschstraat) zag men in het verdiep, eene zeevaart, die naar de kunst uitgewerkt was; op alle straten vond men patrouilles, en alles is vergaan zonder de minste desordre; om 10 uur begon alles uit te gaan (dooven). 10. was het 's avonds groot bal en soupé bij P. Ber- | |
[pagina 51]
| |
nièreGa naar voetnoot1 en heeft geduurd tot 's morgens 5 uur, alles in goede orde. 17. is Willem van Oeyen door het Hof als deurwaarder aangesteld in plaats van Skène, die gereformeerd was. 19. was gereformeerde biddag, op welken dag volgens bisschoppelijke ordonnantie, te 9 uur eene solemneele hoogmis gezongen is door den Pastoor met diaken en subdiaken. Denzelfden dag hebben eenige kinderen, hout rapende achter den molen van Verzyl, een suikerkistje gevonden, waarin een dood kind lag. Men stelde terstond een schildwacht daarbij, de justitie werd vergaderd en de visitatie ter plaatse gedaan; men bevond dat het kind nog geen 24 uren moest geboren zijn, het was. de kop ingeslagen en alle knoken gebroken; men heeft het doen dragen naar het gasthuis, en dan is nogmaals visitatie gedaan. De stadsbode kwam bij den Pastoor vragen om het kind te begraven, maar mits dat er geen blijk was van het doopsel, kon dat niet gebeuren; toen is het in den hof van het gasthuis begraven. Den 20. werd mij van de vroedvrouw gezegd, dat dit kind van een wettig huwelijk was, maar dood was geboren, en dat de ouders onnoozel dat kind daar in den grond gestoken hadden. 22. hoorde men dat een bombardier twee doodshoofden van het katholieke kerkhof had gehaald (hij was gereformeerd) en dat daarmee vele baldadigheden waren bedreven, toen heb ik kapitein Sloot door eenen goeden vriend daarvan doen verwittigen en is terstond naar de pastorie gekomen, vragende wat voldoening de heeren | |
[pagina 52]
| |
begeerden. Geen andere alsdat die hoofden wederom ter plaatse zouden besteld worden, waar zij gehaald waren, en 's avonds heeft een Roomsche bombardier komen bellen en zeggen, dat alles besteld was en de doodshoofden op het kerkhof lagen; en die plichtig waren zijn met de provoost gestraft. |
|