Het dagboek of De kroniek

Februari.

Onlangs hadden zich hier drie deserteurs van het 2. bat. van d'Envie vrijwillig in arrest gesteld. Hun zaak is in den krijgsraad behandeld de i. is gecondemneerd tot de galg, de 2. tot de schopkarre of kruiwagen, en de 3. tot eene regiments-straf, dat is door de spitsroede. Deze sententiën zijn aan den Prins gezonden, die dezelve veranderd heeft: de 1. voor 4 dagen op water en brood bij den provoost; de 2. voor 8 dagen hetzelfde, en de 3. moest op de parade komen en zijn sententie van regimentsstraf hooren lezen, en daarmede was hij terstond vrij. Voorwaar een gemoedige Prins!

8. nadat de zangmeester Van Helden zich bedankt had, benoemd zijnde in de abdij van Werden boven Düsseldorf, is zijne plaats vergeven aan Joannes Trienissen, geboortig van Venlo, voordezen koraal in de Hooge Kerk. (Nog verscheidene missen en andere muziek door Van Helden gecomponeerd, bleven in het koorarchief, K.)

12. werd omgeroepen, dat de poorten na het luiden

[p. 48]

der poorteklok zullen op den grendel blijven tot 8 uur (mits betalen als voordezen).

19. 's morgens zijn de 8 kwartiermeesters op het stadhuis ontboden, alwaar de Magistraat hun vriendelijk verzocht heeft om den 8. Maart (geboortedag van den Prins) niet te drinken en zij waren content.

's Avonds heeft Willem... (schepen Thyssen, K.) zich vrijwillig in arrest begeven in de hoofdwacht, hij had te Kaldenkirchen op de jaarmarkt eenige ruzie gehad met de militairen van Venlo, en in de stad gekomen, is hij genomen: hij speelde sterk de beest in de kamer van den officier, waarom hem 6 man met de haren gesleept hebben naar de cortegarde (kleine roede), alwaar zij hem met de riemen der fusilen (geweren) bonden en met een goed pak slagen vereerd hebben.

20. na middag tusschen 1 en 2 uur heeft de momber Van Wessem hem uit de hoofdwacht gehaald, en geleid naar het Hof, hem stellende in civiel arrest.

23. 's avonds om half 7 is schepen Thyssen uit zijn arrest weggeloopen en houdt zich op te Tegelen.

27. zijn de twee onder kerkmeesters Stockelmans en Bosser 's morgens naar de Groote Kerk gekomen om aan Gubbels, hospes in den ‘Rooden Haan’, bijgenaamd ‘de graaf’, te verbieden het laten schilderen van eenige boogringen op den muur in het Lieve Vrouwepand, op praetext dat niemand de permissie van den Magistraat had gevraagd; het voortgaan werd opgezegd tot nader order.

29. is de ‘graaf’ en de schilder geciteerd voor de Magistraat, alwaar zij volgens gewoonte van de achtbare beiden geborsteld (berispt) zijn; maar men zoude liet advies van deri Pastoor daarover vragen.

Om half 5 op denzelfden dag vergaderde het Hof expresselijk, alwaar gecompareerd zijn de luitenantkolonel Snouckart van het regiment d'Envie, commandant der stad, met den grootmajoor Von Humbracht, voorstellende dat het Hof wilde ordonneeren dat met den 8. Maart eene algemeene illuminatie zoude zijn ter eere van den Prins zijnen geboortedag. Men zei dat daarover moest gedelibereerd worden. - De Magistraat was vergaderd om hetzelfde voorstel te behandelen.