Calvinistische vertoogen
(1906)–Johannes Postmus– Auteursrecht onbekendJohannes Postmus, Calvinistische vertoogen. H. Tulp, Zwolle 1906
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Calvinistische vertoogen van Johannes Postmus uit 1906.
redactionele ingrepen
Door het hele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 43: (1904) → (1904)): ‘(Zonder jaartal. (1904))’.
p. 98: cn → en: ‘had men ieder voor zich en allen samen’.
p. 115: cen → een: ‘meesmuilt wel een weinig’.
p. 150: Tijdsehrift → Tijdschrift: ‘Dit Tijdschrift is een zéér degelijke periodiek’.
p. 155: sehetst → schetst: ‘Dus schetst ons deze ‘gelukkige’’.
p. 218: Haagschcn → Haagschen, ‘dit plan van den Haagschen Hofman’.
p. 226: cn → en: ‘en zelfs weer een nieuwe voorrede’.
p. 347: missehien → misschien, ‘misschien zelfs niet van den tweeden rang’.
p. 358, 372: voetnoot ‘1)’ heeft in het origineel abusievelijk voetnootnummer ‘2)’ gekregen aan de voet van de pagina. In deze digitale editie is dat verbeterd.
p. 405, noot 1): tusscben → tusschen, ‘de eigenlijke vriendschap tusschen de beide briefschrijvers’.
p. 441: van nootverwijzing ‘1)’ ontbreekt in het origineel het nootnummer aan de voet van de pagina. In deze digitale editie is dat verbeterd.
p. 461: Sehilderkunst → Schilderkunst, ‘Voortreffelijkheid der Schilderkunst’.
p. 467, noot 1): waarscbijnlijk → waarschijnlijk, ‘was waarschijnlijk reeds in 1786’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, t.o. II, IV, t.o. 274, t.o. 356, 486) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
CALVINISTISCHE VERTOOGEN.
[pagina III]
CALVINISTISCHE VERTOOGEN.
STUDIËN EN SCHETSEN
door
J. POSTMUS.
Over Humor. - Het Wilhelmus. Beets. - Jan Luijken. - Over Jeugd en Jongelingschap, enz. - Jacob Cats. - Huijgens. - Bilderdijk.
Zwolle - Firma H. TULP - 1906.
[pagina VII]
INHOUD.
I.
Bladz. | |||
---|---|---|---|
I. | Over Humor | 1 | |
II. | De Strijd om het Wilhelmus | 21 | |
III. | Van eene opgeraepte Calumnie ende verdichte Logen | 30 | |
IV. | Nicolaas Beets | 43 | |
I. Laatste Bundel, bl. 43. II. Het leven van Beets door Prof. P.D. De La Saussaye, bl. 54. III. Beets en Groen van Prinsterer, bl. 68. | |||
V. | Historie en Fictie | 83 | |
VI. | Een valsche Munter? | 94 | |
VII. | Van 't Straatgezang | 109 | |
VIII. | Om Jeugd en Jongelingsschap | 118 | |
I. Kinderlectuur, bl. 119. II. Hun Vaderlandsche Geschiedenis, bl. 131. III. Hun Literatuur geschiedenis, bl. 135. IV. Jan Wagenaar dient zijn rekening in, bl. 145. V. Paganistische Schoolwet, bl. 149. VI. Princelijk paedagoog, bl. 155. |
II.
Bladz. | |||
---|---|---|---|
I. | Jacob Cats | 172 | |
I. Cats' leven, bl. 162. II. De mensch en de dichter, bl. 173. III. Emblemata, bl. 187. IV, V en VI Houwelyck, bl. 198, 210 en 222. VII en VIII Trouringh, bl. 232 en 238. XI. Vox humana, bl. 247. X. De dichter en zijn volk, bl. 260. |
[pagina VIII]
II. | Constantyn Huygens | 275 | |
I en II. Van huis uit, bl. 275 en 281. III. Calvinist bij uitnemendbeid, bl. 288. IV. Des dienens nimmer moede, bl. 294. V. Oogen troost, bl. 300. VI. Vroom Christenman, bl. 304. VII. Huygens in 't gedrang, bl. 311. VII. Manen-vader, bl. 318. IX en X. Een Màn, bl. 324 en 330. XI. Strakke ernst, bl, 337. XII, Huygens en sociale belangen, bl. 344. XIII. Constanter, bl. 350. |
III.
Bladz. | |||
---|---|---|---|
Willem Bilderdijk | 356 | ||
I en II. Onbewogen dagen, bl. 356 en 366. III. Op den Genootschaps-weg, bl. 379. IV, V en VI. De Geusen, of Klopstock? bl. 405, 415 en 424. VII. 't En is de man niet, bl. 438. VIII. De revolutie herkend, bl. 453. IX. Elius en de Revolutie, bl. 467. X. Gevaarlijk sujet, bl. 475. | |||
Aanhangsel (Twee Brieven van Cats) | bl. 483 |