beter en edeler geworden, en meer geschikt om haar eens te missen; maar, helaas!
nog in den eersten bloei sloeg een hevige storm de bloem onzer huwlijksliefde af, en zij verdorde: o!
mijn vriend! konde ik gelooven dat Gods handelwijs in deezen, niet slechts wijs, maar dat zij liefde
en vadertrouw is, dat zij mijn waar best bedoelt; konde ik gelooven, dat juist dit lijden mij moet
rijpmaaken voor de betere wereld! dan zou ik het geduldig zoeken te draagen, en mij gerust aan die
liefderijke zorg overgeeven; maar dit kan ik niet: mijn verstand zegt het mij wel, doch mijn hart
neemt het niet aan, en de gelatene rust ontvlugt mij.