gewaarwording
voorstellen en, met mij hoopen; maar, ja Karel! ook deeze hoop is eene roos omringd van doornen;
hoe verdubbelen zig mijne zorgen voor mijne tedere lotvriendin! hoe angstig klopt mijn hart, wanneer
ik maar vrees dat zij lijdt, of zig te veel afmat: evenwel, met al den angst, met al de zorgen aan
deezen toestand verbonden, is zij tog eene blijde dankstof in welke mijne liefde juicht: bij zoo veel
huwelijkszoet ook dien dierbaaren zegen te ontvangen, dit is levensvreugde! dit is aardsche
zaligheid!
Binnen weinige dagen, veel spoediger dan wij dachten, zal de goede Edelhart ons denkelijk
verlaaten; ik moet hieraan nog in 't geheel niet denken, of 'er verspreidt zig een sombere nevel over
alle mijne verrichtingen; doch, aan de andere zijde, is mij het denkbeeld ook lief, dat hij u mondlijk
van mijne omstandigheden berichten, en u eene volkomene onpartijdige beschrijving van mijne
nannie doen zal: en, mijne lieve moeder! o hoe welkom zal haar de vriend, de weldoener
van haaren zoon, de oorzaak van al zijn geluk zijn! hoe zal zij hem met duizend vraagen overvallen!
hem.... maar hier wil ik liefst niet langer over nadenken, of ik zou te veel wenschen om de plaats van
Edelhart te vervangen, en alle die moederlijke vraagen zelf te hooren;