sierd, ontdekt zig hier, maar een eenvoudig, ongesloten hek, even
als dat van eene Europische landhoeve, opent 'er den toegang, en brengt u in eene lange allée van
verschillende boomen, die, door hunne onderscheidene gedaanten, door den geur en kleur hunner
vruchten en bloemen, aanstonds eene aangenaame werking op de zinnen doen: ter zijde van deeze
laan ligt, aan den eenen kant, een veld, waarin mijne koejen, schaapen, en geiten weiden; ik plantte
daar eenige Gouava- en Acajou-boomen, onder wier lommer het vee eene aangenaame rustplaats
vindt, en wier vruchten de vogelen lokken zullen; aan de andere zijde ligt mijn moestuin, tusschen
een akker met mais en Banaanboomen ingesloten, en door Amerikaansche, zoo wel als Europische,
kruiden en vruchten beplant: aan het einde nu van deeze laan ligt mijne, niet hoog opgetrokken, maar
gedeeltelijk met een plat dak, naar de oostersche wijze, overdekte wooning, dat mij op eenen
koelen avond een heerlijk gezicht zal opleveren: het voorplein van mijn huis, is eene halve, door
Oranje-, Citroen-, Tamarinde- en andere boomen, afgeperkte cirkel; de grond is bedekt met fijn
gras, en een eetbaar onkruid, dat na vaderlandsche porcelein gelijkt, en 't welk hier, als klaver in
eene hollandsche weide, groeit; het heeft des, dit merkt gij, niets van eene vaderlandsche lustplaats,
waar