van den Heere der
schepping, die, terwijl hij den onnadenkenden zeevogel, welke zonder berekening, zonder plan,
alleen door zijn instinct gedreeven, door den ruimen dampkring heensnelt, over wijde zeeën, zelfs
naar de plaats zijner bestemming heenleidt, den geest des menschen zoo grootsch, zoo wonderlijk
vormde, dat hij kan denken, vooruitzien, en de wijsheid, welke in de schepping voor hem verborgen
is, kan navorschen en opspooren tot zijne eigene volmaaking.
Zoo dikwijls als ik den Stuurman het compas gebruiken zie, of als ik zelf zijne richting gadesla, mij
door oplettendheid en onderzoek in deszelfs geheimen laat onderrichten, en de verschillende
afwijkingen, naar de meerdere nabijheid der zeilsteenige gronden bespeur, zoo dikwijls moet ik mij
over de nuttige werking van den zeilsteen verwonderen, en mij met bevreemding herinneren, dat dit,
voor de zeevaart zoo onontbeerelijk verschijnsel, meer dan 500 eeuwen nutloos voor dezelve bleef;
zijn grootste, zijn nuttigste kracht was een geheim voor den natuurkenner, en lag onder de
donkerheid der onwetendheid verschoolen! zoo veel eeuwen bleef veel meer dan de helft der aarde
en des oceaans voor den nieuwsgierigsten onbekend; en de genie der wereldontdekking, werd
gebonden door onverwinnelijken