zoo veele onheilen ons omringen, waar zoo veel onzekerheid ontrust, en zoo veel schijn
bedriegen kan; hier, waar, bij het afwijken van de rechte streek, zoo veele verborgene klippen,
heimelijk den dood dreigen - waar, van het missen van den afgebakenden weg geen klein, maar een
eeuwig geluk of onheil, afhangt, hier is een veilige gids allerzekerst noodig, of wij zouden
onherstelbaar kunnen verlooren zijn: de eeuwigheid is wel het onbekende land, waar wij allen heen
zeilen, doch het is niet evenveel, van welke zijde wij dat aandoen: aan den eenen oever is
onstervelijke roem, onstervelijke vreugd, en zalige rust te verkrijgen, en aan den anderen, niets dan
einzelooze jammer, hoopeloos naberouw, en smachtende ellende, inteoogsten: voorzichtigheid komt
dan eenen reiziger naar de eeuwigheid, zeker veel meer dan den grootsten zeeheld te pas; zoo veel
meer, als zijn gevaar grooter en zijne uitkomst belangrijker is - Hemelsche wijsheid! beziel mij dan;
stuur gij mijne brooze kiel in het veilige midden, tusschen draaikolken en klippen door! laat uw
woord, mijn Heiland! het woord des levens, mij altijd den rechten, den kortsten, den veiligsten weg
wijzen, naar die zalige haven, waar ik rust naa moeite, en belooning naa lijden, van uwe goedheid
verwacht!
Dit was mijn avondgebed; met deeze gedach-