verder van dit schoone eiland af; doch zijn wijdberoemde piek, die reus onder de groote bergen der
aarde, bleef ons tot op den afstand van zestig meilen zichtbaar: toen wij tot digt daar bij genaderd
waren, had reeds de zwijgende schemering den voet van 't gebergte, het geheele eiland, en de zee
die hetzelve omgordde, bedekt; en tog zijn stijle, trotsch rijzende kruin, glansde nog van de straalen
der zon, als op den middag, en leverde een zeer schoon contrast op.
Toen deeze bergtop in vroegere jaaren stroomen vuurs uitwierp, moet dit voor den zeeman een zeer
grootsch tooneel opgeleverd hebben: wanneer hij, in den donkeren, alles met zwarte schaduw
bedekkenden nacht, hier langs zeilende, vuurstroomen uit deezen door de wolken boorenden berg
breeken, en de zee rondom denzelven akelig verlicht zag! mijne verbeelding doet het mij nog zien, en
vertoeft hier met eene aangenaame ontroering.
Schoon deeze vuurbron sedert bijna een eeuw niet meer vloeit, moet tog de rook die uit een kloof
nabij zijnen top altijd opstijgt, doch welke zig voor ons oog in de wolken, die hem omkleeden,
verloor, altijd, dunkt mij, eenige akeligheid of kommer geeven, aan hun, wier wooningen den voet
van deezen berg om-