vlaag, beantwoord; en de gehele lucht scheen een echo die de ontzettende klanken nagalmde, totdat zich het gehoor in een doodse ontzettende stilte verloor! Een stilte die mij scheen toe te roepen: ‘De God der ere dondert’ en aan elke ras opvolgende slag, een onbeschrijfelijke majesteit gaf. Nu en dan hoorde ik het benauwd geloei van het vee in de weiden, even of ook dit het vreselijke van dat verschijnsel gewaar werd; geheel gevoel en aanbidding voor de grootheid van hem wiens krachtige en heerlijke stem de cederen verbreekt, en de woestijn doet beven, dacht ik: O wat moet thans de bestrijder van zulk een God gevoelen! hoe moet in zulk een ogenblik het geweten ontwaken van elk die zijn dienst veracht; en hem als een wrekende Richter moet aanmerken, die, met almacht gewapend, de gehele natuur op een wenk gebiedt, en al haar krachten tot zijn verderf gebruiken kan. - Of wie kan bestaan voor zijn donder? - Maar hoe groot is in dit zelfde ogenblik het geluk van hen die in dit almachtig wezen, een zorgende vader vinden, die al dit vermogen tot hun voordeel wil aanleggen! Waar is het onheil dat zulk een vrezen moet? Alle schepselen die hem ooit vernieling kunnen dreigen, zijn gekluisterd aan de keten van zijn voorzienigheid, en kunnen zich niet roeren zonder zijn toelating; en alles wat hij hun toelaat, moet, hoe strijdig dit ook voorkomt, zijn wezenlijk geluk bevorderen. - Welk een zalig vertrouwen werkt dit in alle omstandigheden! Dit moet ons met een edele moed ons boven anderen doen verheffen, tot eer van de goddelijke genade. Daaraan toch hebben wij dit alleen te danken. De God der geesten van alle vlees; hij die de natuur die krachten gaf, werd onze borg! hij stelde zich ten doel aan de bliksempijlen van Gods toorn, opdat wij ons in de
vrolijke glans van zijn vaderlijke liefde verblijden zouden. - hier buig ik mij in 't stof, en aanbid Gods eeuwig welbehagen! - ik gevoel mijn onberekenbare verplichting, - en ik verlang naar een eeuwigheid waarin ik hem volkomen zal kunnen loven! - Zo werd het geduchtst natuurverschijnsel mij een bron van vreugde. Bij 't