een bedaarde en bevallige zedigheid gemengeld is? Dan kon ik uw vriendin niet zijn. Neen, ik houd ook een vrolijk temperament voor gelukkig, ik bemin de vriendelijke en niet beledigende scherts; was deze hartstocht strijdig met de Godsdienst, dan zou de natuur, door zoveel lachende voorwerpen, die niet opwekken. - Een gevoelige ziel moet zelfs dikwijls meer dan gewoon vrolijk zijn: want dezelfde aandoenlijkheid doet haar lachen en wenen, naar de aard der voorwerpen die haar aandoen. Doch gelijk het onmatige altijd kwaad is, zo ook hier; als onze vrolijkheid het beeld des doods niet velen kan, als zij in ijdele zedeloze vreugd ontaart, dan wordt zij ongeoorloofd. Maar vindt gij in mijn een neiging tot het sombere? Het kan zijn; mijn afgezonderde levenswijs werkt hiertoe met vele mijner lotgevallen samen; ik verkeer meesttijds met mijn boeken. Wat eerst zachte vrolijkheid is, wordt ras aangename droefgeestigheid; en deze denkende ernst. Maar kom, lieve Eufrozyne! ontfronst gij door uw bevallige vrolijkheid, mijn ernstige trekken, en wek mijn slapende vreugd op door de uwe. Over zes dagen zult gij al mijn wensen voldoen. Nauwelijks durf ik het hopen, omdat ik vrees voor een onvoorziene teleurstelling; maar ja ik wil hopen, vooruitzien en dubbel genieten. Ik zal u met een landwagen, waarop wij gaarne rijden, twee uren bij het Dorpje V. tegemoet komen, om u te eerder aan mijn hart te drukken. Kon ik nu de zes dagen die ons nog scheiden, vleugelen aanbinden!... Vaarwel. Goede reis. Geheel uw
emilia