met zijn kwispelende staartje en zijn vrolijke ogen mij hulp scheen aan te bieden. Denk niet Eufrozyne, dat ik een dwaze gehechtheid heb aan mijn bruinharige lieveling; ik begeer hem geen meer waarde toe te kennen, geen meer gunst te bewijzen, dan hem als dier toekomt; maar mij dunkt de getrouwheid, schranderheid, en uitstekende gezelligheid, dit soort van huisdieren eigen, zijn hun door de Schepper niet zonder oogmerk gegeven, en maken hen gerechtigd op onze genegen bezorging. Ook is er iets genoegelijks in wezens die vatbaar zijn voor vermaak, zo gelukkig te maken als zij in hun kring worden kunnen, al zijn zij ver beneden ons geplaatst. Vooral is men daarvoor vatbaar, als men meer van mensen afgescheiden leeft. Moet gij dit toestaan, lach dan niet Eufrozyne! met uw vriendin, omdat ook een aardige hond iets tot haar genoegen toebrengt. Dit doet zelfs een vlieg, een mug, een rups, die ik vergenoegd in zijn aanwezen zie; dit doen mijn hoenderen, als zij mij op hun tijd om voedsel komen vragen; dit doen mijn duifjes, als zij uit mijn handen komen eten, zowel als mijn witte geit, wanneer zij mij uit dankbaarheid lekt als ik haar kom melken, of het haar streel.
En kan het wel anders, of een hart gevoelig voor 't schone, moet dat overal ontdekken? dat horen, zowel in de brommende bij als in de betoverende nachtegaal? - Dat zien, zowel in de geaardheid van een hond als in de pluimen van de pauw. Dan mag ik immers ook in mijn Rosette wel vermaak vinden, en daar het pas geeft, van zijn hondelijke deugden spreken, nietwaar? Maar, om weder te keren tot mijn verhaal. Toen ik mijn bloemen bezorgd had, wandelde ik naar 't oude dennenbos; ook dit scheen met nieuwe glans beschonken. Ik zag enige varenstruiken die nog dor waren: ook gij, dacht ik, zult eerlang met jeugdig groen versierd, de schoonheid der schepping vergroten, want ik bemin deze plant om haar trotse en netbesneden gedaante; ik stond een wijl stil in het diepste van het bos, en onverwacht hoorde ik de lieve stem van een tortelduifje: met zachtsuizende wiekjes vloog het uit een hoge den naar een an-