schuilplaatsen waren van een menigte kleine, bijna onzichtbare insektjes, die hier in een voedende slaap in hun celletjes ingeweven, de ongenade des winters ontweken waren. Hier gevoelde ik met een verstommende eerbied deze nauwlettende voorzorg des goeden Scheppers, zelfs voor zulke kleine pasbemerkbare schepseltjes! - Ik ging langs een dikstammige boom, die geheel met verschillend mos begroeid was; deze scheen mij een wijde hof: en daar ik de duizenden van leventjes nadacht die hier een geschikte schuilplaats vonden, werd hij mij een wijde wereld. Ook op deze, dacht ik, regeert God: het leven, het kunstvermogen, de schranderheid, of werkkracht van elk wordt door hem bestierd en mijn aandoening groeide met het gevoel van Gods grootheid! Hierop peinzende, zat ik neder in het mos, op een plaats waar de zon door 't denneloof haar koesterende stralen op mij neerzond. Ik overdacht de nuttigheid der winterkoude die het ongedierte doodt, de onreine schadelijke dampen verjaagt en ons ruimer ademen doet; terwijl zij de aarde een vruchtbaarmakende rust bezorgt, die haar krachten geeft tot nieuwe voortbrenging, en hierin vond ik een toereikende troost tegen alle haar ongemakken. Ik beschouwde, met een vergenoegd oog, het geluk van onze zuidelijker gewesten boven de volken die de Noordpool bewonen; die van eeuwige ijsbergen omketend, de nijpendste koude gevoelen, die maanden achter de andere geen verblijdende zonnestraal zien; en enkel bij 't schitterend noorderlicht, de bleke maan, of het wit der sneeuw, op hun doodse paden geleid worden: of bij 't kwijnend geflikker van een met stinkende traan gevulde lamp, in hun onderaardse holen door ellendig voedsel hun armelijk leven onderhouden, terwijl de woedende beer er al brommende zijn logge poten op laat neerploffen. Doch
ook deze volken, dacht ik, zijn bij hun - in onze ogen beschreienswaardig lot - gelukkig; welk een gunstige bestiering derhalve van een menslievend God! Hij verleent aan alle oorden
der wereld zovele goederen als hun bewoonders begeren, en elk is gelukkig in de plaats zijner bestem-