Gezangen der liefde(1794)–Elisabeth Maria Post– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] De bosch-duif. Lief duifjen! in uw' ted'ren toon, Hoor ik een liefdeklagt; Gij zucht uw koe koe roe roe roe, Zoo innig smachtend uit; Het galmt door 't hol en statig bosch; Een Echo baauwt het na; Ik luister; en ook in mijn hart Roept nog een Echo na. Werd u uw gaaiken ongetrouw? Of nam een roofdier 't weg? Zit ge op 't verlaaten nest alleen? Is uw geluk nu weg? Zij geeft geen antwoord, hoe gij roept; Uw klagt verscheurt mijn hart; Veelmeer misschien dan iemant ooit, Deel 'k in uw treurigheid. [pagina 40] [p. 40] Ook ik, gescheiden van mijn' vriend, Den eengen in 't heelal, Die mijn geheele hart bezit, Ben hier zoo gantsch alleen: Onzeker of het lot ons ooit Elkander geeven zal, Ga ik mistroostig door dit bosch; Zijn groen lacht mij niet aan. Der vooglen wildzang zij zoo blij Als ooit, ik word niet blij; Alleen uw koe koe roe roe roe, O! das gevalt mijn hart! Vorige Volgende