wellevend en van nature beschikkend over goede manieren, dat niemand het in zijn hoofd zou halen hem een neger te noemen. Hij was daarbovenuit gegroeid, hij was in ieder opzicht een blanke geworden. Neger, dat was geen scheldwoord, net zo min als jood, Chinees of Libanees, maar toch het trok je omlaag, het behoorde tot de regionen van de Platte Brug, het terrein van sjouwers en marktvrouwen.
De dokter behoorde tot een ander slag mensen, hij was lid van de Loge, lid van Het Park, beschermheer van een cricketclub. Als hij zichzelf, wat lang niet zeker is, in de beslotenheid van zijn familiekring als neger wilde zien, was het zijn zaak, niet de onze. Naar buiten kwam hij niet zo over. En ineens, door die mep, die door de hele deftige Gravenstraat galmt, tast mevrouw V. het hechte vlechtwerk van onze samenleving aan. Vanzelfsprekend met blank en bijna-blank (lichtbruin) aan de top, maar dat neemt niet weg dat er plaats genoeg is voor de anderen die zich het daartoe benodigde hebben eigen gemaakt: geld, grond en de beginselen van de Nederlandse grammatica. Zonder de draagwijdte van haar gedrag te beseffen - dat moeten we tenminste aannemen - heeft mevrouw V. met die klap een politieke daad gesteld. HOUD DE NEGER OP ZIJN PLAATS. Dat is de betekenis, de essentie van dat gebaar, daar kan niemand omheen.
Al ontbreken politieke partijen in Suriname, het zou stom zijn om te denken dat de politiek, het vinden van het juiste midden tussen de verschillende bevolkingsgroepen, er geen voorname rol speelde. Het verstoren van dit subtiele evenwicht druiste in tegen de goede zeden, de tijdgeest, het gezonde verstand, het eigenbelang.
Het is aardig om te zien hoe de bovenlaag van de maatschappij - want de rest telt niet mee tenzij ze massaal in beweging komt - op zo'n onvoorziene, ondoordachte daad reageert. Mevrouw V. is geen anarchiste, geen revolutionair. Was ze dat maar, dan kon men haar met de vinger nawijzen, een zonderling, een éénling, een geval