dat het Nederlands de taal was
waarin je praatte, las en schreef en dat al die andere talen die in Suriname
werden gesproken - behalve het Neger-engels, het Hindi, het Javaans, de
Indianentalen, de Bosnegertalen - daaromheen zwengelden, zonder een eigen
geldigheid te bezitten. Aan andere talen kwam een stadskind zoals ik bovendien
niet toe. Die hoorden bij de markt, de districten, het binnenland, daarvan ving
je hooguit een reeks onvertogen scheldwoorden en verwensingen op, die meestal
een verwijzing naar je moeders schaamdeel inhielden.
Mijn musische vorming, als ik dat zo noemen mag, zou verder worden bepaald door
de zangles die ik op de Hendrikschool kreeg. Eens per week zongen we klassikaal
de liedjes uit Kun je nog zingen, zing dan mee. Een latere
generatie behept met nationalistische gevoelens zal zich ergeren aan deze vorm
van brainwashing. ‘Waar de blanke top der duinen schittert in de
zonnegloed’ kan ik nu nog foutloos zingen, tot en met het van
vaderlandsliefde druipende ‘Ik heb u lief mijn Nederland’,
dat tot tweemaal toe langgerekt diende te worden herhaald. Vreemd te bedenken
dat de versregels meer passen bij mijn huidige bezadigde leefwijze tijdens de
vakanties in het duinlandschap van Groet (N.H.), dan bij mijn schooljaren in
Paramaribo. Onder de leerlingen van de drie Mulo scholen die Suriname rijk was,
de openbare Hendrik, de katholieke Paulus en de Graaf van Zinsendorfschool was
er van enig verzet tegen deze vorm van zangcultuur niets te merken. Er bestond
eerder enige naijver in het zo foutloos mogelijk reproduceren van het
Nederlandse model, waarbij de Paulus, geleid door de fraters, het hoogst
scoorde.
Van meer persoonlijke aard is de bijdrage aan mijn musische vorming van mijn
lichtelijk gestoorde tante Becca, de ongetrouwde zuster van mijn moeder, die na
de dood van mijn grootvader, in ons gezin was opgenomen. ‘Adieu, ma
belle France, adieu pour toujours’, het lied dat Marie Antoinette
zingt wanneer zij op een open kar naar het schavot wordt gevoerd, was een van
haar lievelingsliedjes, dat francofiele gevoelens bij me opriep, zonder dat ik
het drama dat