Het averechts handelen. De Geer in Lissabon. Naïef, wereldvreemd, eigengereid
(1997)–Jan Kuijk, Hugo Pos– Auteursrechtelijk beschermdDecember 1940De maand december brengt De Geer in spanning door; vooral als na een paar weken er nog geen bericht uit Berlijn is. Zijn keuze voor terugkeer naar Nederland heeft hij eigenlijk al gemaakt, maar wat zijn daarvoor de praktische mogelijkheden? Door de aarzeling van de Duitse autoriteiten blijft het dilemma ‘Indië of Nederland (óf misschien Amerika)?’ bestaan. Het beklemmende voor hem is, dat hij er eigenlijk met niemand ronduit over kan praten. Voor alles moet hij zijn plannen, beter gezegd: zijn onzekerheden, geheim houden. Zelfs in brieven naar huis kan hij niet al te openhartig zijn, want tussen hem en zijn vrouw en kinderen in Nederland staat altijd de Duitse briefcensor. Hij had er vurig op gehoopt zijn zeventigste verjaardag op 14 december in Nederland te kunnen vieren, maar de dag gaat in Estoril uiterlijk onopgemerkt voorbij. Eerst later krijgt hij een verslag van de viering in Nederland en dan voegt hij alsnog in zijn dagboek tussen de aantekeningen in: ‘14 dec. Mijn verjaardag wordt in AbcoudeGa naar eind81 gevierd door Moeder en de 4 kinderen met reerug en confit. taart.’ En op 21 december noteert hij een ‘ontroerende brief’ van zijn dochter Jetty over de voorbereiding van zijn verjaardag te hebben ontvangen. Het doet hem | |
[pagina 60]
| |
kennelijk goed, dat anderen op die eenzame dag aan hem gedacht hebben. Hoe angstvallig De Geer zijn overwegingen ook geheim houdt, zijn aarzelende houding wekt wel argwaan, vooral bij de secretaris van het Nederlandse gezantschap, mr. F.C.A. baron van Pallandt. Ook trekt het de aandacht, dat De Geer steeds zo druk in een tussenkamertje in hotel Paris zit te schrijven. Dat was in elk geval opgevallen aan de Italiaanse en anti-Duitse eigenaar van het hotel en de uit Brussel uitgeweken en nu op het Nederlands gezantschap werkzame perschef, B.C.F. van den Berkhof van Kockengen. Deze had aanvankelijk ook in hotel Paris gelogeerd en kwam daar nog steeds terug om zijn boorden te laten wassen. Bij die gelegenheid had de hotelier Van den Berkhof op de ‘steeds maar schrijvende’ De Geer attent gemaakt en hem ook verteld van een correspondentie met de Duitse gezant.Ga naar eind82 De achterdocht wordt sterker als De Geer ‘onder tamelijk vage voorwendsels een toenmalig zeer moeilijk te verkrijgen gelegenheid om zich per “Clipper” naar Amerika te begeven heeft laten passeren.’ Van Pallandt begon zich af te vragen of De Geer ‘niet in stilte het plan koesterde zich naar Nederland te begeven’, zoals Adriaan Pelt na de oorlog verklaarde.Ga naar eind83 Dat wantrouwen had inmiddels ook wat vastere vorm aangenomen door een telegram van 9 december uit Londen aan het gezantschap. Daarin schreef Van Kleffens dat De Geer naar Nederland wilde en dat hem dat ontraden moest worden. De gezant, mr. J.G. Sillem, was die dag weer eens op jacht.Ga naar eind84 Daarom voerde Van Pallandt | |
[pagina 61]
| |
het gesprek, maar De Geer hield de boot af.Ga naar eind85 Van Kleffens bron voor het telegram van 9 december was ongetwijfeld zijn oude schoolvriend uit Groningen, Leopold Ries. Ries was al in het vroege voorjaar van 1940, samen met zijn moeder, naar Portugal gegaan waar hij in november 1940 De Geer ontmoette. Ries kende De Geer goed. Als ambtenaar op de provinciale griffie van Zuid-Holland ontmoette hij De Geer als gedeputeerde en toen hij ambtenaar was op het ministerie van financiën was De Geer daar minister. In Lissabon, zo schreef hij op 2 augustus 1946 had hij gemiddeld een maal per week een gesprek met De Geer. ‘Tijdens de eerste ontmoeting op of omstreeks 10 november 1940 in Estoril vroeg De Geer op de man af wat ik er van zou vinden als hij naar Nederland (hij zei: “Holland”) terugging. Van dit ontstellend gesprek heb ik spoedig verslag uitgebracht aan Mr. van Kleffens in Londen.’ Bij de volgende gesprekken kwam het onderwerp nog zeker driemaal ter sprake. Tweemaal nam Ries daartoe het initiatief, waarbij De Geer ontwijkend reageerde. De derde keer begon De Geer er zelf over, maar dat was dan ook één dag voor zijn vertrek.Ga naar eind86 In de tweede helft van december verblijft Pelt, op de terugreis van Batavia naar Londen, een paar dagen in Lissabon. Een kans voor Van Pallandt de zaak opnieuw aan te snijden en hij neemt Pelt in vertrouwen. In Batavia had Pelt twee maanden eerder De Geers dochter ontmoet en zij had hem een boodschap voor haar vader meegegeven: ‘alle drie zijn kinderen in Indië hoopten dat hun vader zich zo spoedig mogelijk naar Indië zou bege- | |
[pagina 62]
| |
ven, zij zagen met verlangen naar hem uit en wilden hem zo goed mogelijk verzorgen.’ Een mooie gelegenheid om bij het overbrengen van die boodschap, tegen de achtergrond van Van Pallandts wantrouwen, met De Geer over zijn plannen te praten. Eerste kerstdag is het zover. |
|