De mystieke lyriek van Lucas van Mechelen (1595/96-1652)
(1977-1978)–Karel Porteman– Auteursrechtelijk beschermdKarel Porteman, De mystieke lyriek van Lucas van Mechelen (1595/96-1652). Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent 1977-1978
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: G 645
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De mystieke lyriek van Lucas van Mechelen (1595/96-1652) van Karel Porteman uit 1977-1978.
redactionele ingrepen
p. 81, 240: een accolade verspreid over meerdere regels kan in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier op iedere regel herhaald.
p. 176-177: in het origineel staan op deze pagina's cijfers met een hokje eromheen. Deze cijfers zijn hier in vet weergegeven.
p. 263: tussen vierkante haken is een kop toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 4, 6, 18, 20, 110, 170, 256, 260, 468, 485, 486, 496) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
DE MYSTIEKE LYRIEK VAN LUCAS VAN MECHELEN (1595/96-1652)
[pagina 2]
VIe Reeks, Nr. 108
Deze verhandeling werd door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde bekroond op voorstel van de keurraad bestaande uit de heren Prof. Dr. E. Rombauts, Stephanus G. Axters en Prof. Dr. A. Van Elslander.
Zie Verslagen en Mededelingen van de KANTL, jg. 1975, blz. 152-164.
D/1977/0228/10.
[pagina 3]
DE MYSTIEKE LYRIEK VAN LUCAS VAN MECHELEN
(1595/96-1652)
I
door
Dr. K. PORTEMAN
Bekroond door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
[vignet]
Gent
Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
1977
[pagina 7]
INHOUD
WOORD VOORAF | 9 | ||||
AFKORTINGEN | 10 | ||||
VERANTWOORDING | 11 | ||||
DEEL I. | LEVEN EN WERK VAN LUCAS VAN MECHELEN | 19 | |||
Hoofdstuk I. Het leven van de dichter | 21 | ||||
a. | Archivalische bronnen | 22 | |||
b. | De levensschets uit de ‘Voor-reden’ van de editie 1674 | 25 | |||
c. | Het getuigenis uit het Mechelse begijnhof | 28 | |||
Hoofdstuk II. De gedrukte werken | 31 | ||||
A. | Werken tijdens het leven van Lucas verschenen | 31 | |||
1. | Den Bliiden Requiem, Antwerpen, 1631 | 31 | |||
2. | Cloosterken der Gheestelijcke Verryssenisse, Antwerpen 1639 | 35 | |||
B. | Postume uitgaven | 39 | |||
1. | Den Boeck der Gheestelycke Sanghen, Gent, 1674 | 39 | |||
2. | De Amsterdamse drukken | 43 | |||
Hoofdstuk III. De handschriften | 50 | ||||
I. | Het Haagse hs. 133 K 32 | 50 | |||
1. | Samenstelling | 51 | |||
2. | Schrift | 52 | |||
3. | Inhoud | 53 | |||
A. | De liederen uit Bl. R. | 61 | |||
B. | De liederen uit andere bundels | 68 | |||
C. | De liederen over het Cloosterken | 69 | |||
D. | De prozateksten | 88 | |||
E. | De muzieknotatie | 88 | |||
4. | Datering, herkomst, geschiedenis | 90 | |||
II. | Het verzamelhandschrift van P. Joannes Bale | 93 | |||
Hoofdstuk IV. Den Seraphynschen Nachtegael | 96 | ||||
DEEL II. | ENKELE ASPECTEN VAN DE NEDERLANDSE MYSTIEK IN DE ZEVENTIENDE EEUW INZONHEID BIJ DE KAPUCIJNEN | 109 | |||
Hoofdstuk I. Het vraagstuk van de mystieke terminologie | 112 | ||||
Hoofdstuk II. De mystiek bij de Nederlandse kapucijnen. Bronnen en uitstraling | 151 |
[pagina 8]
DEEL III. | DE MYSTIEK VAN LUCAS VAN MECHELEN. THEMATISCHE EN TERMINOLOGISCHE INTERPRETATIE | 169 | ||
Hoofdstuk I. Prolegomena | 171 | |||
A. | De allegorische inkleding van Lucas' mystiek. Enkele inleidende methodologische beschouwingen | 171 | ||
1. | De onderlinge verhouding der bundels | 171 | ||
2. | Betekenis en functie van de allegorie | 174 | ||
3. | Allegorie en compositie | 184 | ||
B. | Lucas' liederen en de structuur van de ziel volgens de inkeringsmystiek | 188 | ||
Appendix: de ‘wezenlijke’ terminologie | 203 | |||
BIJLAGEN | ||||
I. | De levensschets van Lucas uit de editie 1674 | 217 | ||
II. | Offer-dicht aen den Heyligen Geest | 221 | ||
III. | De nieuwe (?) liederen uit het handschrift Bale | 222 | ||
IV. | Tekst van de liederen besproken in Deel III, IX (vol. II) | 224 | ||
V. | Titels van de liederen uit Bl. R., Cl. en Dr. All | 232 | ||
VI. | Alfabetische lijst van de liederen volgens beginregel | 245 | ||
VII. | De nieuwe wijsopgaven van Lucas' liederen uit het Haagse handschrift | 255 | ||
Lijst van de illustraties | ||||
1. Haagse hs., fol. 183v.-184r. | 89 | |||
2. Haagse hs, fol. 112v.-113r. | 102 | |||
3. De allegorie van Bl. R. in beeld [ed. 1631, blz. (11)-(12)] | 186 |
[pagina 257]
DE MYSTIEKE LYRIEK VAN LUCAS VAN MECHELEN (1595/96 - 1652)
[pagina 258]
VIe Reeks, Nr. 108bis
Deze verhandeling werd door de Koninklijke Akademie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde bekroond op voorstel van de keurraad bestaande uit de heren Prof. Dr. E. Rombauts, Stephanus G. Axters en Prof. Dr. A. Van Elslander.
Zie Verslagen en Mededelingen van de KANTL., jg. 1975, blz. 152-164. D/1978/0228/10.
[pagina 259]
DE MYSTIEKE LYRIEK VAN LUCAS VAN MECHELEN
(1595/96-1652)
II
door
Dr. K. PORTEMAN
Bekroond door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
[vignet]
Gent
Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
1978
[pagina 261]
INHOUD
Hoofdstuk II. De liederen over de ‘daghelijcksche oeffeninghen’ en de deugden | 263 | ||
1. De spiritualiteit van het geestelijke sterven | 264 | ||
2. De toepassing: de ‘daghelijcksche oeffeninghe’ | 273 | ||
3. De deugd | 283 | ||
a. Aard van de deugden in de liederen bezongen | 284 | ||
b. De deugd als gesteldheid tegenover het lijden | 285 | ||
c. De deugd als realisatie van het sterven | 287 | ||
d. De liederen over de acht zaligheden | 290 | ||
e. De liederen over de gehoorzaamheid | 293 | ||
Besluit | 296 | ||
Hoofdstuk III. De opgang en de nedergang | 297 | ||
Besluit | 314 | ||
Hoofdstuk IV. De vernieting | 316 | ||
Besluit | 335 | ||
Hoofdstuk V. De armoede | 337 | ||
Besluit | 360 | ||
Hoofdstuk VI. De afgescheidenheid | 362 | ||
Besluit | 386 | ||
Hoofdstuk VII. Naar de mystieke voltooiing | 388 | ||
1. ‘Den Wegh der Salighe Vereeninghe’ | 388 | ||
a. De via unitiva | 388 | ||
b. De ‘smakelijcke wijsheydt’ | 391 | ||
2. Het ‘Landt der Heylighen’ | 391 | ||
3. De ‘Speel-hoven der Eeuwigher Wellusten’ | 394 | ||
4. Het ‘Paleys der Liefden Godts’ | 404 | ||
Besluit | 416 | ||
Hoofdstuk VIII. De christologische aspecten van Lucas' mystiek | 418 | ||
Besluit | 434 | ||
Hoofdstuk IX. Bespreking van enkele afzonderlijke liedteksten | 435 | ||
1. Problemen bij de evaluatie van Lucas' liederen | 436 | ||
2. Vijf liedteksten | 439 | ||
A. Bl. R. 101/256 | 439 | ||
B. Dr. All. 1/1 | 443 | ||
C. Bl. R. 109/279 | 446 | ||
D. Cl. 17/40 | 450 | ||
E. D.B.H. 2/172 | 453 | ||
Besluit | 460 | ||
ALGEMEEN BESLUIT | 462 |
[pagina 262]
LIJST DER BRONNEN EN GERAADPLEEGDE WERKEN | 469 | |
A. Bronnen | 469 | |
B. Geraadpleegde werken | 473 | |
Thematisch en terminologisch register | 487 | |
Personenregister | 491 | |
Errata | 495 |