Zanglievende uitspanningen(1788)–Olivier Porjeere– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] Mijne keus Stem: Vous amans que je interesse. Waereld! - uw vermaaklijkheden Wijken voor den schat van Eden, 'k Zal uw stof met voeten treeden, Ik bemin een Eeuwig Goed; 'k Hoor niet naar uw vleigebeden, 'k Zie, ô draaikolk voor 't gemoed Dat gij duizend zinken doet. Gij - die door uw listig streelen, Door uw hartbetoovrend speelen, Arme zielen weet te steelen, Gij - die schaamteloos bedriegt, Gij blijft mij verveelen; Schoon gij andren slaapend wiegt. Die u mint zal 't zich beklaagen; Als ge een vrees door 't hart zult jaagen, Voortgeschokt door naare vlaagen!.. Wat schenkt ge aan uw' gunstgenoot? Den Dood!... [pagina 182] [p. 182] Goël! - oorzaak van het leeven, Siöns zegenvolle dreeven Kunnen waare blijschap geeven; Gij schenkt mij de zaligheid! 't Heilwoord heeft den weg beschreeven, Die ter regte Rustplaats leid; Rust is mij door U bereid. Doolhof! zou ik in u dwaalen? Neen! daar is geen heil te haalen; Schijngoed doet ten afgrond daalen; Nimmer weege een blinkend Niet In de Christenschaalen, Schoon het Osirs stofgoud bied. 'k Mag in 't woord mijn zieldeel leezen, Eindloos zij die gunst gepreezen; Dit zal mijne zinspreuk weezen: God mijn goud - geen goud mijn god. Welk Lot!... [pagina 183] [p. 183] Niets gaat zulk een deel te boven. Waereld! - 'k zal u nooit gelooven. Jesus zal uw vonken dooven. 't Heilgoed dat mij Jesus schenkt, Kan uw list mij nooit ontrooven; Schoon gij stofbeminnaars wenkt, Die gij met uw' doodwijn drenkt. 'k Heb welëer, en zonder schroomen, Van uw' zwijmeldrank genoomen; Maar; uit mijnen slaap bekoomen, Zogt ik naar de Levensbron, Vond de frissche stroomen, Bij het licht van Siöns Zon. Wijk dan Waereld! met uw zwermen! Toon me, ô Jesus! uw ontfermen! God des aanziens! hoor mijn kermen! Slaat uw liefde mij niet gaê? ô Ja! Vorige Volgende