Byron en het Byronisme in de Nederlandse letterkunde
(1928)–T. Popma– Auteursrecht onbekend
[pagina *1]
| |
IICd. Busken Huet heeft aan de uitdrukking een prikkelbaar gestel, door Nicolaas Beets in zijn opstel ‘De Zwarte Tijd’ met betrekking tot zich zelf gebezigd, een onjuiste beteekenis gegeven door er voor te lezen ‘een sensueele natuur’. (Cd. Busken Huet, Litterarische Fantasiën, II, 4e druk, Amsterdam, 1875, - p. 111.) | |
IIIDe uitspraak van Mr. Arthur Symons, dat zonder Byron, als mensch, niemand zich zou hebben bekommerd om Byron, den dichter, is onjuist. (The Romantic Movement in English Poetry, by Arthur Symons, London, 1919, - p. 249.) | |
IVIn de groep van de zoogenaamde Thyrza-gedichten wordt met Thyrza een denkbeeldig wezen bedoeld. | |
VPoëzie verliest haar schoonheid, wanneer zij in een andere taal wordt overgebracht. | |
VIDe zoogenaamde Double of Post-Genitive is niet alleen karakteristiek voor het Engelsch, maar ook voor het Friesch. | |
[pagina *2]
| |
VIIIn vers 3124 van Beowulf behoort de caesuur te volgen op het woord sum; daarom moet de kommapunt niet vóór dit woord staan, wat in de Wyatt-Chambers-uitgave het geval is, maar dient zij er achter geplaatst te worden. (Beowulf with The Finnsburg Fragment, Edited by A.J. Wyatt; New Edition, Revised by R.W. Chambers, Cambridge, 1920, - p. 154:
| |
VIIIHet lengte-teeken op den eersten klinker van het woord gēanwyrde in AElfric's Colloquy, regel 13, is daar door Prof. A.J. Wyatt ten onrechte geplaatst, daar de uitspraak van dit woord moet luiden ge-anwyrde. (An Anglo Saxon Reader, by Alfred J. Wyatt, Cambridge, 1919, - p. 39: Ic eom gēanwyrde munuc....) | |
IXIn het glossarium behoorende bij English and Scottish Popular Ballads, Edited by H. Child Sargent and G.L. Kittredge, vinden wij de volgende aanteekening bij het woord frese, dat voorkomt in A Gest of Robyn Hode (The Fourth Fytte, Stanza 215): ‘frese your bowes seems to be corrupt. Versions f, g have: bend we the required sense.’ - Dit is onjuist; frese is de Noordelijke Imperativus Pluralis van het werkwoord to free. (English and Scottish Popular Ballads, Edited from the Collection of Francis James Child by H. Child Sargent and G.L. Kittredge, Cambridge, Mass., 1904, - p. 267, Glossary, p. 698.) | |
XDe door Prof. G. Kalff vermelde lijst van schrijvers, uit wier werken Hecker, Bennink Jansonius en Lesturgeon ver- | |
[pagina *3]
| |
talingen gemaakt hebben voor hun in 1836 verschenen bundel ‘Dichterlijk Mengelwerk’, is, wat de nieuwere dichters betreft, onjuist. (G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, Groningen, 1912, VII, p. 349; W. Hecker, Dichterlijk Mengelwerk, Groningen, 1836.) | |
XIHet onderwijs in het Fransch dient op de Lagere School aan te vangen. | |
XIIVoor alle leerlingen is een zevenjarige grondschool gewenscht. |
|