leeftijd onwaarschijnlijk sterk. Jan en Gerda merkten met onrust de groeiende boosaardigheid van het kind op.
Lineke's derde verjaardag werd bitter en onvergetelijk.
Pas uit school gekomen zat Jan in de huiskamer; de verjaardag van zijn dochtertje gaf hem een wrang gevoel, maar de vaderliefde won het. Toen zag hij dat Lineke met een snelle mep een vaas vernielde, waarop Gerda zeer gesteld was. Jan werd zó woedend dat het hemzelf verbaasde.
‘Jou slechte meid, alles kapot te maken!’
Hij gaf haar een stevig pak slaag. Lineke liet een brullend, loeiend gekrijs horen en trapte wat ze kon. Jan sloeg door. Ze liet haar verzet varen en begon erbarmelijk zenuwachtig te schreien. Gerda kwam uit de keuken toelopen op het lawaai. Ze was oververmoeid; Lineke had die nacht niet geslapen, pas in de morgen was ze rustig geworden en om elf uur hoorde Gerda haar snorken. Om twaalf uur was ze klaar wakker en erg baldadig.
‘Ben je nou gék Jan, een kind van drie jaar te slaan!’
‘Kijk es wat ze gedaan heeft!’
Gerda zag het en werd moedeloos. Dit was niet vol te houden. Lineke zat op de vloer, en huilde; zachtjes voor haar doen. Jan besloot haar naar bed te brengen, ze had nog heel wat slaap in te halen. Toen hij met haar de trap opliep sloeg ze een armpje om zijn hals, wat hem onmiddellijk vertederde. Hij zoende haar onstuimig, maar ze scheen het niet te merken. Haar lelijk gezichtje stond hopeloos droevig. Jan hoorde haar mompelen, schor en zachtjes:
‘Jineke sjechte meid. Jineke sjechte meid. Jineke sjechte meid.’
Het stak hem fel in zijn vaderhart.
‘Lineke is een schát, een lieve schát van vader en moeder!’
Stompzinnig prevelde ze verder:
‘Jineke sjechte meid. Jineke sjechte meid.’
‘Lineke is géén slechte meid, dat meende vader niet. Lineke is een schat.’
‘Jineke sjechte meid. Jineke sjechte meid.’
Ze liet zich ongewoon gewillig uitkleden en in bed leggen. Ze was stil. Er lag een verbaasde uitdrukking op haar dom gezichtje. Ze scheen Jan niet te zien. Hij liep naar beneden. Dit was het jaardagfeest, bedacht hij bitter.
Het zelfverwijt liet hem geen rust. Na een half uur ging hij even kijken. Lineke lag stil wakker, de verbaasde uitdrukking nog op haar gezicht. Toen zag ze Jan en er kwam angst in haar scheve ogen.
Jan wachtte nog een half uur en ging weer kijken. Hij boog zich over het bedje en kuste het kind; het scheen te schrikken.
Toen hij de kamer uitging meende hij iets te horen, en stond stil. Met een schor geluidje prevelde het kind:
‘Jineke sjechte meid. Jineke sjechte meid. Jineke sjechte meid.’
Jan voelde zich als een geslagen hond. Hij sjokte langzaam de trap af.
Hij stelde Gerda voor, die avond alleen bij Lineke te slapen, en zij op de logeerkamer. Gerda knikte dankbaar; ze was doodmoe.
Toen Jan op de kamer kwam scheen het kind te slapen. Af en toe kreunde het met brommend geluid. Jan liet het spaarlampje branden. Hij hoorde