XX
De directeur van Eefs school ried hem officier van gezondheid te worden, dan betaalde het rijk zijn opleiding en moest hij zich voor een bepaald aantal jaren, tien of vijftien, meende hij, verbinden. Daarna kon hij altijd nog een eigen practijk vormen.
Jan was bij dit gesprek aanwezig. Hij verdedigde de andere mogelijkheid, dat Eef een renteloos voorschot van het rijk zou zien te krijgen. Jan was zeer beslist in zijn advies en bood aan, zo nodig borg te staan. De directeur zei namelijk dat dit gevergd kon worden voor het geval de betrokkene overleed eer het voorschot was terugbetaald.
Dit leek Gerda bedenkelijk, want ze was diep overtuigd van haar mans onwetendheid in financiële aangelegenheden en vreesde dat hij zijn hoofd in een strop kon steken. Maar ze verzette zich niet en er werden stappen gedaan om Eef aan zijn voorschot te helpen.
Auteursrecht onbekend