aan denken, Hij weet wat er toen in Hem was. Misschien vertelt Hij ons er van, later. We zouden 'et nou niet verstaan...’
Gerda hoorde verwonderd op bij deze Kerstgroet. Moeder keek haar man strak aan.
‘Toen hebben de engelen gezongen, millioenen. Ze kwamen precies op tijd. We zullen gaan eten, kinderen.’
Onder het ontbijt keek Gerda telkens naar vader. Ze had de vorige avond weinig op hem gelet. Als Jan maar een beetje op hem leek, hoefde ze nooit ergens bang voor te zijn.
Na de ochtendpreek had vader een gesprek met Gerda. Het werd hem een verrassing. Hij praatte graag wat na over de preek. Bij Jan had hij niet veel weerwerk; die keek hem wel ondernemend aan, maar zei niets. Nel, dat ging beter, ze ging op zijn woorden in, duidelijk en kort. Maar dit meisje, daar kon je mee práten. Wel voor de drommel, die Jan had een lot uit de loterij!
Op Kerstdagmiddag, terwijl vader dutte en Gerda met Nel en Jan een wandeling maakte, kreeg moeder bezoek van de oude dominee. Hij had Gerda naast Jan in de kerk gezien en iets geraden. Wanneer was het feest?
‘Och, we maken er niet veel drukte van. Het is een bést kind, dominee. Ik heb er een dochter bij gekregen, een schat van een dochter. Ik heb tegen mezelf gezegd, u zal het misschien niet helemaal goed vinden, zo'n meisje maakt God niet elke dag.’
De oude man glunderde achter zijn blinkend lorgnet.
‘Ik dacht eigenlijk dat je al een schat van een dochter had. Twee zelfs.’
‘U snapt me wel. Dat kind heeft nooit een moeder gehad. Maar nou heeft ze d'r een. Ik zag het dadelijk in de gang.’
‘Mooi. Maar wanneer is nu het feest zonder drukte?’
‘Morgenmiddag. Er komen geen mensen. Alleen wij onder mekaar.’
‘Bovendien komen er nog twee mensen. Mijn vrouw en ik. Stil hoor!’
Jan vond het alleraardigst, toen dominee en zijn vrouw kwamen feliciteren. Mevrouw was een kleine dame met een dunne neus. Ze wensten de verloofden toe, dat de Here er Zijn goedkeuring aan mocht geven. Het trof Jan dieper dan hij onmiddellijk besefte. De vraag naar 's Heren goedkeuring heeft hem nog lang nadien gekweld: hoe kon hij daar achter komen? Totdat hij alle dingen in ander licht ging zien, jaren later.
Toen allen om de tafel zaten, voorspelde Jan zich zelf, dat dominee een van zijn vaste gezegden zou plaatsen. Het gebeurde prompt.
‘Ja zie, dit is een belangrijke dag voor jullie. Maar de dag van je belijdenis is belangrijker; want dat is een zaak voor dit én het toekomende leven. Je kijkt me zo vragend aan, Jan; ben je 't er niet mee eens? In de opstanding trouwen ze niet, zegt de Schrift.’
Jan voelde er niet voor over dit punt een boom op te zetten. Hij waardeerde dominee's wijsheid, en nam deze spreuken graag op de koop toe. Hij had ontdekt, dat dominee's opvattingen vaak een uitzicht openden, al zag hij dat soms pas later; want hij drukte zich soms wonderlijk uit.