Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,70 MB)

XML (0,45 MB)

tekstbestand






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Gedichten. Deel 1

(1722)–H.K. Poot

Vorige Volgende
[p. 404]origineel

Vrolyk Leven.

 
Waer is myn citer toe bereit?
 
Wat klanken wil ze geven?
 
Wat zing ik, daer een ander schreit:
 
De vrolyke blygeestigheit
 
Is 't leven van het leven.
 
Wat laet zich 't volk door ydlen schrik
 
En mymerende zorgen
 
Beknellen? vrienden, doet als ik;
 
Gebruikt toch 's levens oogenblik
 
Zoo lang de doot wil borgen.
 
Al schokte zelf de hemelspil
 
Uit haer metaele pannen,
 
Weest gy te vreên, gerust en stil:
 
Een die gelukkigh leven wil
 
Moet hoop en vrees verbannen.
[p. 405]origineel
 
Zoudt gy gestaêg bekommert zyn?
 
Zou druk uw vreugt besnoeien?
 
Neen, neen. verdryft die boezempyn.
 
Gy woont zoo ver niet van den Ryn
 
Daer muskadellen groeien.
 
Hoeft gy geen kleêren nochte kost
 
Van goede liên te prachen,
 
Wat scheelt 't u hoe de werelt host?
 
Daer Heraklyt om schreien most
 
Most Demokryt om lachen.
 
Maer, zegt gy: och! het weer wort zwaer.
 
Ons dreigt een felle donder.
 
Geen noodt. ai beit een luttel maer.
 
De nevel scheurt: de lucht wort klaer:
 
Het onweer is al onder.
 
Dan, 't licht is ook aen 't ondergaen.
 
De nacht zal u benarren.
 
My niet; nu komt de blanke maen
 
Met haer vergulde horens aen
 
En hondertduizent starren.

Vorige Volgende