Dichter en boer. Hubert Korneliszoon Poot, zijn leven, zijn gedichten

[p. 405]

Op het beeld der Gerechtigheid, in de hoge vierschaar der edele achtbare heren hoogbaljuw en welgeboren mannen van Delfland. Poot was er trots op - hij vermeldt het in zijn Algemene brief - dat hij onder leiding van een baljuw het ambt van ‘welgeboren man’ in het Hof van Delfland vervulde, een rechtscollege. Blijkbaar stond in de vergaderzaal een beeld van Justitia, waarop Poot de volgende drie epigrammen vervaardigde.

Op het beeld der Gerechtigheid, in de hoge vierschaar der edele achtbare heren hoogbaljuw en welgeboren mannen van Delfland

Waar 't Recht^* geen evenaar^* blijft voeren bij het zwaard
is Gods stadhouderes die schone naam niet waard.

* vrouwe Justitia

* weegschaal

Anders

Waartoe of 't heilig Recht een weegschaal voert en degen?
Opdat het voorstaan zou noch straffen zonder wegen.^*

* opdat het noch zou verdedigen noch straffen zonder eerst te wegen

Nog

Gehoorzaamt 's hemels wet en d' aardse mogendheid,
want d' aardse macht krijgt klem^* van 's Hemels majesteit.

* bindende kracht