Aan de heer Kornelis de Feyfer, meester der vrije kunsten, doctor in de filosofie en predikant te Schiplui, nog met dezelfde. Sinds 1724 was De Feyfer predikant in Schipluiden. Hij kende Poot dus nog niet zo lang. Blijkbaar heeft hij Poot - mogelijk bij diens ziekte - een hartelijk woord toegevoegd en als dank krijgt hij nu - wat later dan de oude vrienden - een presentexemplaar. In deze tijd had De Feyfer alleen enkele academische disputaties op zijn naam staan. Waarom in dit gedichtje zo nadrukkelijk de geloofsvrijheid wordt benadrukt, lijkt niets met die publicaties te maken te hebben, eerder met Poots eigen inzichten. In een later epigram op een afbeelding van de predikant zinspeelt Poot er opnieuw op dat hij niet altijd dezelfde denkbeelden had als de (blijkens zijn werk uiterst rechtzinnige) De Feyfer, maar hem toch om zijn welsprekendheid zeer bewonderde.