Dichter en boer. Hubert Korneliszoon Poot, zijn leven, zijn gedichten
(2009)–H.K. Poot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 393]
| |
Berouw. Dit en het volgende gedicht ‘Rechtvaardig en goedertieren’ zijn geschreven voor het Werelttoneel, resp. i, p. 121 en i, p. 543, onder het lemma ‘Goetaerdigheid’. | |
BerouwDe godloosheid, die nooit naar boven ziet,
en hier zo graag een eeuwig huis wou bouwen,
bemoeit zich met de staat der ziele niet,
en acht het nutGa naar margenoot* maar pijnigend berouwen
voor zotternij, en een te vroege helGa naar margenoot*.
Zij zou te no haar wellust laten steuren,
en weet niet dat een zalig zielgekwel
de sleutel draagt van Gods genadedeuren.
Haar dwaasheid ziet de dingen avrechts in;
vooral die deugt en heil en hemel raken.
Hoe kan men ooit met een verdwaalde zinGa naar margenoot*
de stille ree der zoete rust genaken!
O gij, die u met God verzoenen wilt
of met de mens misschien door u beledigd,
omhels 't berouw: hier dient geen tijd gespild
totdat gij u in 't einde voelt bevredigd.
De toornegloed die ons verteren wou
wordt best geblust met tranen van berouw.
| |
Rechtvaardig en goedertierenAls God de wereld straf bereidt
ontmoet ons zijn rechtvaardigheid
wel fier, maar geenszins wreed van wezen:
en dan verkeert ze, op zee en land,
nog met zijn goedheid, hand aan hand.
Wat onheil staat de mens te vrezen?
Gods recht voert wel een evenaarGa naar margenoot*,
en weegt ons doen: doch wonderbaar
wordt het verkloektGa naar margenoot* door zijne liefde.
Die troost, waar 't zijn kan, welgemoed,
de lichtste schaal met gunst en bloed
van Hem dien 't nutte haatpunt griefdeGa naar margenoot*,
en dezeGa naar margenoot* heffen, t' onzer baat,
de schaal omhoog van alle kwaad.
|
|