Oorzaak en handelende persoon
(1975)–Thijs Pollmann– Auteursrechtelijk beschermdThijs Pollmann, Oorzaak en handelende persoon. Z.p. 1975
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Oorzaak en handelende persoon, het proefschrift van Thijs Pollmann uit 1975.
redactionele ingrepen
p. 37, 38: een accolade verspreid over meerdere regels kan in deze digitale editie niet weergegeven worden. Daarom is de accolade hier op elke regel herhaald.
p. 70: tussen vierkante haken is een in het origineel ontbrekende kop toegevoegd.
p. 161-167: de noten zijn bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen. De voetnoot horende bij het kopje ‘Voetnoten bij hoofdstuk 1’ is in deze digitale editie achter voetnoot 1 op pagina 1 geplaatst.
p. *3: de errata zijn doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan is naar dit colofon verplaatst. Het losse blad is gepagineerd met behulp van een asterisk. Het erratum betreffende figuur XXI op pagina 82 kon niet worden doorgevoerd, omdat de betreffende figuur hier als illustratie wordt weergegeven.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, VI en *4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
OORZAAK EN HANDELENDE PERSOON
[pagina ongenummerd (p. III)]
OORZAAK EN HANDELENDE PERSOON
DE BESCHRIJVING VAN PASSIEVE ZINNEN IN DE NEDERLANDSE GRAMMATICA
PROEFSCHRIFT
TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE LETTEREN AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN, OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS PROF. MR. F.J.F.M. DUYNSTEE VOLGENS BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN DECANEN IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP 9 OKTOBER 1975 DES NAMIDDAGS TE 4.00 UUR
DOOR
MATHIJS MARIA WILLEBRORD POLLMANN
GEBOREN TE AMSTERDAM
[pagina ongenummerd (p. IV)]
PROMOTOR: PROF. DR. A. KRAAK
[pagina ongenummerd (p. V)]
© 1975 T. Pollmann te Haarlem
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Dit proefschrift kwam mede tot stand dankzij een zg. Hugenholtz-jaar dat aan de auteur werd toegekend door de faculteitsraad van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit te Utrecht gedurende het jaar 1974-1975.
[pagina ongenummerd (p. VII)]
Inhoudsopgave
1. | Inleiding | 1 |
2. | Observaties | 10 |
2.1. | Inleiding | 10 |
2.2. | De terminologie | 10 |
2.3. | Observaties betreffende passieve zinnen | 13 |
2.3.1. | Passieve zinnen met een handelingswerkwoord | 13 |
2.3.2. | Passieve zinnen met zg. pseudo-handelingswerkwoorden | 16 |
2.3.3. | Passieve zinnen met zg. vorm-bepalende werkwoorden | 23 |
2.3.4. | Passieve zinnen met zg. impressiewerkwoorden | 25 |
2.3.5. | Passieve zinnen met een metaforisch gebruikt handelingswerkwoord | 27 |
2.3.6. | Een restgroep | 28 |
2.3.7. | Passieve zinnen met een dat-zin als logisch subject of als logisch object | 30 |
2.3.8. | Passieve ‘pseudo-cleft’ zinnen | 32 |
2.4. | Observaties betreffende de bepalingen van oorzaak | 33 |
2.4.1. | De ‘gewone’ bepaling van oorzaak | 34 |
2.4.2. | Bepalingen van fatale oorzaak | 36 |
2.4.3. | Bepaling van oorzaak in zinnen met pseudo-handelingswerkwoorden | 39 |
2.4.4. | Bepalingen van oorzaak in ‘pseudo-cleft’ zinnen | 39 |
3. | Voorstellen voor de beschrijving van zinnen met een bepaling van oorzaak en van passieve zinnen | 41 |
3.1. | Nieuwenhuijsen (1973) | 41 |
3.2. | Nilsen (1972) | 44 |
3.3. | Een nieuw voorstel | 45 |
3.4. | Emonds (1970) | 49 |
3.5. | Fiengo (1974) | 51 |
3.6. | De beschrijving van passieve zinnen in het Nederlands; een eerste poging | 56 |
3.6.1. | Passieve zinnen met een object, met worden en met een door-bepaling | 56 |
3.6.2. | Passieve zinnen met intransitieve werkwoorden | 58 |
3.6.3. | Passieve structuren zonder worden | 61 |
3.6.4. | Passieve zinnen met pseudo-handelingswerkwoorden | 62 |
3.7. | De handelingsinterpretatie | 65 |
4. | Zinnen die een handeling beschrijven | 70 |
4.1. | Inleiding | 70 |
4.2.1. | Ross' descriptie van ‘action-sentences’. Do-gobbling | 70 |
4.2.2. | De argumenten van Verkuyl (1971) voor het zinskarakter van het object van doen | 76 |
4.3. | ‘Act-types’ | 79 |
4.4. | De onderliggende structuur van zinnen met een handelingswerkwoord | 82 |
4.4.1. | De argumenten voor de analyse van zinnen met handelingswerkwoorden | 84 |
4.4.2. | Pronomina | 88 |
4.4.3. | Kunnen en leren | 91 |
4.5. | Tegenargumenten? | 94 |
4.5.1. | Doen en niet-handelingswerkwoorden. Handelingen en verrichtingen. De verrichtingsinterpretatie-regel | 94 |
4.5.2. | Twee VP's en adverbiale bepalingen | 100 |
4.5.3. | Zinnen met doen en een bij-bepaling | 102 |
4.6. | Conclusie | 107 |
[pagina ongenummerd (p. VIII)]
5. | Handelingsinterpretatie en passiefvorming | 108 |
5.1. | Doen in passieve zinnen | 108 |
5.2. | Werkwoorden met een handelingsbetekenis en een niet-handelingsbetekenis | 110 |
5.3. | Er-insertie. Passiefvorming in zinnen met een intransitief werkwoord | 112 |
5.4. | ‘property interpretation’ en de verrichtingsinterpretatie-regel | 116 |
5.5. | Passieve structuren zonder worden | 122 |
6. | Oorzaak en handelende persoon | 128 |
6.1. | Agent-postposing | 128 |
6.2. | De interpretatie van de bepaling van de handelende persoon | 130 |
6.3. | Nominaliseringen en infinitief-complementen | 152 |
6.4. | Conclusie | 159 |
Voetnoten | 161 | |
Personenregister | 168 | |
Zaakregister | 169 | |
Bibliografie | 172 | |
Summary | 178 |
[pagina ongenummerd (p. *3)]
Errata
pag. 43 boven | de zin (130b) moet luiden: ?Dat ik het vliegtuig niet kan zien is het gevolg van de toren. |
pag. 46 vierde regel van onderen | grammaticaliteit wordt ongrammaticaliteit |
pag. 53 negende regel van onderen | aanduiding van wordt aanduiding van een eigenschap van |
pag. 55 derde regel van boven | (154a) wordt (154b) |
pag. 59 eerste regel | (160a) wordt (160b) en (160b) wordt (160a) |
pag. 62 zesde regel van boven | (168) wordt (168b) |
pag. 82 in figuur (XXI) | aan V1 moet doen worden aangehecht |
pag. 101 in zin (288a) | stionskiosk wordt stationskiosk |
pag. 113 achtste regel van onderen | laten or-insertie toe wordt laten geen er-insertie toe |
pag. 117 vierde regel van onderen | (XXXI) wordt (XXXIV) |
pag. 125 veertiende regel van onderen, einde van de regel | (337) wordt (338) |
pag. 148 vijfde en vierde regel van onderen | van (384a) en (384b) wordt (386a) en (386b) |
pag. 166 voetnoot 69 | (340a) wordt (318a) |
pag. 179 achtste regel van onderen | the passive synonymy wordt the synonymy |