onderzijde stak een wit vlijmscherp worteltje dat voorzien was van fijne borsthaartjes en uit de bovenkant piepte een heel klein groen sprietje, een soort eerste tandje van de plant.
De steen was benieuwd wat voor soort bloem het zou worden, want - hoe hij het wist mag joost weten - het was hem bekend dat uit een zaadje een bloem groeit. Hij ging er op z'n gemak bij liggen en spitste zijn stenen kijkertje om maar niets van het opgroeien te verliezen.
Hij ontdekte nu hoe het worteltje zich als een venijnig insekt de grond in boorde en hoe aan de andere zijde van het zaad, uit het groene sprietje dus, een lange, loodrechte stengel omhoog schoot die vlak boven de grond voor de stevigte, net als bij een kaarsenstandaard, een krans van lepelvormige blaadjes ontplooide. Van het zaad zelf bleef niets over, het werd totaal leeggezogen.
Op de stengel was inmiddels een knop gegroeid, die dichtgehouden werd door een reeks groene bladtandjes. De knop zwol op, zwol nog meer op, de tandjes bogen open en hoog in de lucht barstte een vuurwerk los van wit, geel en groen: de bloem.
't Was een margriet. Groene buitenblaadjes, een rozet van lange, helderwitte linten en daarin, in het hart van de bloem, een bobbel van puur, geel goud.
De steen vond het manjifiek. En waar hij ook om zich heen keek, overal hingen soortgelijke bloemen als knetterende zevensterren boven het gras. Vriend, vriend, het was me daar een feest op de wei.
Tenslotte wendde hij zich weer naar zijn eigen margriet. Hé, het leek wel of die iets minder vrolijk was nu. De steen werd er van de weeromstuit zelf ook een beetje treurig door.
Hij zag het nu snel achter elkaar gebeuren. De groene buitenblaadjes droogden uit, schrompelden in elkaar, de witte linten werden lelijk, vielen af en de gouden bobbel in het hart van de bloem verfletste. Dit was heel erg, maar tijd om er lang bij stil te staan had hij niet, want onmiddellijk daarop verdeelde de bobbel zich en splitste kleine zaadjes af van bruin makelij die door de wind weggeblazen werden.
Toen dit plaatsgegrepen had liet de stengel zijn kopje hangen;