- Waarop? vroeg ik.
- Op de toekomende verleden tijd, op wat restte van je zelf, op de belastinggids, je negatieve saldo, de zwarte lijst.
- U bent goed op de hoogte, zei ik. Alles uit de weekendbijlage?
- Ik lees alleen het gratis Stadsblad, zei de heer Grunsven zuinigjes, en dan alleen de helft, de andere helft deel ik met de muizen, die de belangrijkste letters eruit eten om het raadsel te vergroten. Wat overblijft begrijp ik moeiteloos en moeiteloos vul ik het ontbrekende aan. Met profijt, zoals je zelf hebt kunnen constateren.
- Als ik het goed begrijp is het een kwestie van versneld vertragen, zei ik.
- Zo ongeveer, zei de heer Grunsven ontwijkend.
- Helemaal logisch klinkt het me niet, zei ik, maar misschien is dat wel uw bedoeling.
- Zeker is dat mijn bedoeling, zei de niet zo oude en gekke meneer Grunsven. Het is de logica die constant probeert de werkelijkheid in zijn wurggreep te krijgen en te houden. Met mijn hart verafgood ik de logica die ik met mijn hoofd afwijs. Gelukkig ontsnapt de werkelijkheid vaak aan de logiek. En aan mij, voegde hij er grinnikend aan toe. En mij aanziend: - En ook aan jou, mijn zoon, al denk je soms van niet.
Hij schaterlachte als iemand die voor waanzinnige speelt.
- Wees maar blij, voegde hij er belerend aan toe.
- Dat ben ik.
- Echt waar?
- Mm.
- Dat betwijfel ik, zei de heer Grunsven. Dan zou je hoger staan dan God.
- Voor iemand die gewend is zonder centrum en zonder centraal waardensysteem te leven is het irrelevant waar hij staat en voor wie hij staat, maar alsjeblieft liever niet voor God, zei ik pedant.