Persoon/Onpersoon
(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
[En daar troont hij dan: Tijdreiziger, Grote Kahn der Tartaren] aant.En daar troont hij dan: Tijdreiziger, Grote Kahn der Tartaren,
temidden van zijn vele pauwen van goud,
die met hun vleugels slaan wanneer men in zijn handen klapt,
zijn baronnen, zijn narren en minstrelen, zijn wijsgeren, lettend op uur en voorteken.
(Voorts heeft de vorst 4 schrijvers, die alles optekenen wat hij zegt.
Het aantal toneelspelers van de vorst bedraagt 13 tumans.
Het aantal doktoren dat voor zijn gezondheid zorgdraagt:
400 afgodendienaars, 8 christenen en 1 Saraceen.)
En wanneer het gunstige uur en voorteken gekomen zijn,
roept éen van hen met luider stem: ‘Werpt u neder voor de vorst!’
en onmiddellijk raken de baronnen de grond 3 maal met hun voorhoofd aan.
Vervolgens roept hij uit: ‘Staat allen op!’
En bij een nieuw gunstig teken: ‘Stopt uw vingers in uw oren!’
En wanneer het uur en voorteken voor de toneelspelers gekomen zijn,
zeggen de wijsgeren: ‘Vermaakt de vorst!’ en terstond vangen zij aan
te zingen en te spelen, tot men er doof van wordt.
Daarop weerklinkt een stem: ‘Weest allen stil!’
Vervolgens laten goochelaars gouden bekers,
geheel gevuld met goede wijn, de lucht door vliegen
naar de lippen van wie er om vraagt...
Niemand echter hoeft er zich over te verwonderen
dat de vorst zulke grote uitgaven kan doen,
daar hij in zijn hele rijk geen ander geld uitgeeft
dan bepaalde stukken papier die daar als geld in omloop zijn
terwijl een oneindig aantal schatten in zijn handen komt.//
En weer terug, maaghongerig, melancholiek./
Thuisgekomen, Mrs X, kouwelijk,
| |
[pagina 47]
| |
in haar bontmanteltje onder de douche. Mr X schuldbewust.
Te weinig lichaamswarmte achtergelaten./Treurig, treurig...
Maar hij was het dan ook niet die, nederig, schreef:
‘De Allerhoogste behaagt het niet
wanneer men de hoogste berg ter wereld beklimt’
en van wie, 600 jaar later, gezegd werd: Door al het wonderlijke
dat hij zag, geloofde hij in het wonderlijke dat hij niet zag
maar hoorde vertellen.
|
|