126
Het Niets is in de eerste plaats een theoretisch begrip; daarna kan het persoonlijk ervaren worden en bestaat het Niets werkelijk. En het is iedere keer een ander Niets of het Grote Niets anders ervaren. In dat geval, als het niet verlamt, kan het - in de vorm van leegte, virtueel blanco - een bron van productiviteit zijn. Het Niets lost zich dan op in het gerealiseerde en blijft daar, voelbaar, raadbaar. Het is/was dan de ultieme virtualiteit. In de literatuur bestaat dan ook geen niets.
*
Het is de drang tot verhelderen en interpreteren die de mens drijft en die via een eenheid scheppend denkbeeld, metafoor of structurerende gedachte tot een eenheidsgevoel inspireert met heel het totaliserende karakter van dien en daarmee wordt dan de levende werkelijkheid geweld aangedaan, want de werkelijkheid kent geen eenheid, geen enkele. (Eenheid bezitten kristalstructuren en kristalformaties.)
We kunnen niet buiten het denken van en in (deel)stracturen, ons brein doet niet anders dan dat; maar zodra het totaal te groot, ja alomvattend wordt, keert de structuur zich tegen de werkelijkheid, die de waarheid is en het leven.
*
‘Wanneer iemand zich op een gegeven moment ervan bewust wordt dat het leven belangrijker is dan de gedachte, dan betekent dit dat hij een literator is, een intellectueel; het betekent dat zijn eigen gedachtewereld niet tot leven gekomen is.’
Cesare Pavese: Leven als ambacht.