116
Betrokkenheid en distantie
Je komt steeds vaker, als een soort gemeenplaats, tegen dat je alleen over iets kunt oordelen als je buiten de context staat, er geen deel van uitmaakt, er niet (al te zeer) bij betrokken bent. Want als je er deel van uitmaakt en dus het betekende meebepaalt, ben je niet in staat de waarde van het betekende objectief te beoordelen. Wat nodig is is een archimedisch punt van waaruit je de wereld - en ook jezelf - kunt beschouwen; wat jezelf betreft moet je dus buiten jezelf kunnen treden.
Omgekeerd wordt even vaak beweerd - of werd vroeger vooral gezegd - dat je alleen ‘echt’ de waarde of waarheid van iets kunt leren kennen als je er deel van uitmaakt, er middenin staat, het betekende meebepaalt. Je moet dus maximaal zelf aanwezig zijn om de werkelijkheid met jezelf erin te kunnen kennen, alle (werkelijkheids)bewustzijn is ook zelfbewustzijn.
Beide zal wel weer waar zijn en een pendelbeweging is ook hier het meest normale en normerende: de afwisseling van buitenwereld en binnenwereld, van ik-bewustheid en onbewustheid of gradaties ervan.
Literatuur is ook hier weer een merkwaardige overgangsvorm, is de gevormuleerde transformatie van binnenwereld tot symbolische buitenwereld, met een buitenbewustzijn dat voortdurend Eureka roept omdat het tot archimedische ruimte is geworden, ruimte die ons identiteitsgevoel meebepaalt en ons realiteitsgevoel zowel vergroot als completer maakt. In het beste geval maakt het ons ‘ik’ kleiner.