één klappende hand of invulhand. Dus het geluid van ongeschreven literatuur.
*
Hij voelt zich als een opa die weer in Sinterklaas gelooft, alleen meent hij nu dat hij het zelf is.
Zijn kleinzoon is bereid alles te geloven; hem gaat het alleen om de pepernoten, niet waar ze vandaan komen; in feite weet hij best waar ze vandaan komen, alleen opa weet het niet of speelt dat hij het niet weet. Maar in feite speelt hij dat hij dat speelt. Want al spelend is hij een Sinterklaas die in zijn kleinzoon gelooft die niet meer in Sinterklaas gelooft.
*
Het belangrijkste van het hebben van fantasie is dat je in staat bent jezelf te illusioneren, niet in de eerste plaats anderen.
Merkwaardigerwijs tolereren die anderen het tweede eerder dan wat zij beschouwen als zelfbedrog en zij zullen al het mogelijke doen om jou je illusie te ontnemen.
‘Mundus vult decipi.’ De wereld wil bedrogen worden, maar men misgunt de ander zijn droom. Het opheffen ervan zal men waarheidsliefde en eerlijkheid noemen, soms ook - bij het verstrekken van ongevraagde adviezen - hulpvaardigheid.
Daarom ook willen veel mensen kunst & literatuur die hen bedriegt of illusioneert, maar kunst & literatuur die - ogenschijnlijk - in de eerste plaats de maker illusioneert negeren ze, mede om die reden. Voor hen is dit pas echt bedrog, hun eigen illusie beschouwen ze op den duur als realiteit.