De noodzaak van het overbodige
(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
zeer oude exemplaren zijn meer dan duizend jaar geleden hun groei begonnen en we hebben er een aantal gezien van naar schatting veertien-, vijftienhonderd jaar, die door geen drie opgeschoten mensen tezamen omarmd kunnen worden. In enkele is een poort uitgehouwen waar je met je auto doorheen kunt rijden: in andere holle bomen, sommige van binnen zwartgeblakerd, hebben indianen, trappers, woodloggers honderd jaar of langer geleden hun vuren gestookt of hebben er overnacht. Eeuwen voor Willem de Veroveraar heeft het zaadje van deze boom wortel geschoten, lezen we op een plakkaat, en op een boomschijf met groeiringen staat het tijdpunt aangegeven. Tien jaar geleden hebben vandalen deze boom omgehakt, na 1400 jaar, waarom? Misschien uit sociale wrok: dit is een kostbaar goed voor jullie, dus gaat de bijl erin. Ideële solidariteit valt van ons niet te verwachten, omdat we die niet van jullie ontvangen. Jullie bekommernissen en identificaties zijn de onze niet, zoals wij niet tot jullie bekommernis en identificatie behoren, minder zelfs dan bomen en dieren. Het is waarschijnlijk hetzelfde soort mannen dat een van de laatste bald eagles in Zuid-Californië heeft neergeschoten, vogels die al jarenlang met de grootste zorg worden omgeven. De laatste exemplaren van iets zijn altijd een zeer begeerd jachtobject voor verkniptelingen en rancuneuzen geweest. En je kunt er zeker van zijn: op de laatste vrije geesten zal pas goed jacht worden gemaakt. Met een tijdbom. |
|